Infectieuze posterior uveitis Flashcards

1
Q

Wat zijn de behandelindicatie voor oculaire toxoplasmose?

A
  1. Immuungecompromitteerden
  2. Zwangere vrouwen
  3. Laesies binnen of op de vaatboog, juxtapapillaire laesies en ernstige vitritis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat vertelt serologisch IgG over toxoplasmose infectie?

A

Geeft informatie over tijd van ontstaan van infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom moet toxoplasmose behandeld worden bij zwangere vrouwen?

A

Toxoplasmose kan voorbij de placenta gaan. Bij 40% kan sprake zijn van congenitale infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer geeft je profylaxe bij de behandeling van toxoplasmose?

A

Bij twee of meer aanvallen in 5 jaar of bij monoculi met centrale laesies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan je doen om een vitritis te behandelen?

A

48 uur na initiatie behandeling starten met prednison 40 mg/dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van infectieuze posterior uveitis?

A

Toxoplasmose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de eerste keus behandeling bij een actieve toxoplasmose uveitis?

A

Pyrimethamine (daraprim), azitromycine en folinezuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke medicatie geef je voor een profylactische behandeling van toxoplasmose?

A

Trimethoprim/sulfamethoxazol (co-trimoxazol) 800/160 mg twee keer per week.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de seroprevalentie van toxoplasmose wereldwijd en in welk continent komt toxoplasmose het meest voor?

A
  1. 25-30%
  2. Zuid-Amerika
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel toxoplasmose genotypen zijn er en welk type komt in Europa voor?

A

Er zijn vier clonale typen, en type II komt voor in Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de drie stadia van Lues?

A
  1. Primaire syfilis
  2. Secundaire syfilis
  3. Tertiaire syfilis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke ziektebeelden komen bij tertiaire syfilis voor? Noem er drie.

A
  1. Cutane en oromucosale afwijkingen: gumma
  2. Cardiovasculaire syfilis
  3. Neurosyfilis (hier valt oculaire syfilis onder)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van secundaire syfilis? Noem er drie.

A
  1. het ontstaat 6-8 weken na infectie
  2. Er ontstaat lymfadenopathie en gegeneraliseerde maculopapulaire uitslag op de palmen en voetzolen.
  3. 10% krijgt uveitis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van primaire syfilis? Noem er twee.

A
  1. Incubatieperiode van 3 weken
  2. Pijnloze solitaire papil op plek van inoculatie dat transformeert in een pijnloze ulcer met spontane resolutie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke oculaire structuren kunnen aangedaan zijn bij oculaire syfilis?

A

Alle structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem een variant van oculaire syfilis?

A

Syphilitic posterior placoid chorioretinitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke ophthalmoneurologische afwijkingen kunnen voorkomen bij syfilis? Noem er vier.

A
  1. Argyll Robertson pupil
  2. Ocular motor nerve parese
  3. Optische neuropathie.
  4. Neuritis optica.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de behandeling van Lues?

A

Benzylpenicilline infuus 3-4 mln IE 6dd gedurende 10-14 dagen.

19
Q

Wat zijn afwijkingen die gezien kunnen worden bij congenitale syfilis?

A
  1. Multifocale chorioretinitis (pepper salt fundus) met pseudo retinitis pigmentosa
  2. Bilaterale non-ulceratieve interstitiele keratitis: meest voorkomend.
20
Q

Welk trias kan gezien worden bij congenitale syfilis?

A

Hutchinson Trias
1. NVIII doofheid
2. tandafwijkingen
3. Interstitiele keratitis

21
Q

Wat is het meest geziene klinisch beeld bij oculaire TBC?

A

Chronisch granulomateuze anterior uveitis met posterior segment betrokkenheid.

22
Q

Wat is de meest voorkomende presentatie bij een posterior uveitis op basis van TBC?

A

Gedissimineerde choroiditis, waarbij talrijke discrete gele laesies aanwezig kunnen zijn in de achterpool.

23
Q

Op welk klinisch beeld kan een TBC choroiditis lijken?

A

Serpigineuze choroiditis.

24
Q

Is het aan te raden een voorste oogkamer of glasvochtpunctie uit te voeren bij verdenking op een TBC-gerelateerde uveitis voor PCR diagnostiek?

A

Nee, wegens de hoog fout-negatieve uitslagen omdat er eerder sprake is van een immunologische reactie.

25
Q

Wat is de behandeling van een systemische TBC infectie?

A

Multidrug
1. Isoniazide voor 6 maanden
2. Rifampicine voor 6 maanden
3. Pyrazinamide voor 2 maanden
4. Ethambutol voor 2 maanden.

26
Q

Wat is het verschil tussen toxoplasmose en toxocariasis?

A

Toxoplasmose is een eencellig parasiet, toxocariasis is meercellig.

27
Q

Welke twee vormen zijn er van toxocariasis?

A
  1. Viscerale vorm
  2. Oculaire vorm
28
Q

Wat zijn de drie klinische beelden van oculaire toxocariasis?

A
  1. Chronische endophthalmitis, soms met een perifeer granuloom of witte exsudaten.
  2. Granuloom in de achterpool (25%) met fibreuze membranen.
  3. Perifere granuloom met fibreuze membranen.
29
Q

Bij wie wordt oculaire toxocariasis vaker gezien?

30
Q

Welk ander aandoening moet je in je DD hebben uitgesloten bij oculaire toxocariasis?

A

Retinoblastoom

31
Q

Wat is DUSN?

A

Diffuse unilaterale subacute neuroretinitis

32
Q

Welk klinsich beeld zie je bij DUSN?

A

Unilaterale episoden van focale, multifocale of diffuse inflammatie van de retina, RPE en nervus opticus (focale witte gebieden in de achterpool)

33
Q

Noem vier risicofactoren van endogene endophthalmitis.

A
  1. HIV infectie
  2. immuungecompromitteerd
  3. intraveneus drugsgebruik
  4. Chirurgie (tandingreep, darmingreep)
34
Q

Noem vijf belangrijke extra-oculaire foci bij endogene endophthalmitis.

A
  1. Tandabces
  2. Pneumonie
  3. Endocarditis
  4. Urineweginfectie.
  5. Leverabces
35
Q

Wat is de meest voorkomende pathologische organisme bij fungale endogene endophthalmitis?

A

Candida albicans

36
Q

Noem vijf risicofactoren voor fungale endogene endophthalmitis.

A
  1. Voorgeschiedes van gastrointestinale chirurgie
  2. Sepsis
  3. Intraveneuze catheters
  4. IMT
  5. Orgaantransplantatie (en IMT behandeling)
37
Q

Wat is een typische afwijking bij onderzoek bij fungale endogene endophthalmitis? Noem er twee.

A
  1. Chorioretinitis met bilaterale witte laesies en overliggend vitritis.
  2. Vitritis met **string of pearls
    **
38
Q

Welke afwijkingen van het voorsegment kunnen voorkomen bij lyme? Noem er vier.

A
  1. Folliculaire conjunctivitis (meestal stadium 1)
  2. Episcleritis
  3. granulomateuze uveitis anterior
  4. interstitiele keratitis (bilateraal)
39
Q

Wat type uveitis komt het meest voor bij lyme?

A

Intermediaire uveitis

40
Q

Welke afwijkingen in het posterior segment kunnen voorkomen bij lyme?

A
  1. Vitritis
  2. papillitis
  3. neuroretinitis
  4. choroiditis
  5. retinale vasculitis
  6. exsudatieve ablatio
41
Q

Welk hersenzenuw is het meest aangedaan bij (neuro)Borreliose?

A

Nervus facialis VII (Bell’s parese)

42
Q

Welk ander hersenzenuw kan aangedaan zijn bij borreliose?

A

Alle oculaire hersenzenuwen (VII tot en met VI) en VII. Soms meerdere tegelijkertijd.

43
Q

Wat zijn de twee meest voorkomende oculaire beelden bij bartonellose?

A
  1. Parinaud glandular syndroom
  2. Neuroretinitis
44
Q

Naast parinaud oculoglandular syndroom en neurotinitis, welke andere oculaire afwijkingen kunnen gezien worden bij Bartonellose?

A
  1. focale of multifocale (chorio)retinitis
  2. milde anterior uveitis of vitritis