Infectieuze canine hepatitis Flashcards
1
Q
Epidemiologie
A
- relatief ongewoon geworden door wijd verspreidde vaccinatie
- honden meest getroffen soorten: ook wolven coyotes, vossen, stinkdieren en beren
- transmissie na opname urine, feaces, speeksel
- eliminatie na 14dagen door immuunrespons
- nieren aanhouden (persistentie) en uitscheiding urine 6 dagen
2
Q
Pathogenese
A
1) na inname vermeerdering amandelen en pp (lymfoïde weefsels)
2) Viremie
3) naar lever en nieren TROPISME voor endotheel
4) persistentie nier en oog
3
Q
Serotypes
A
Twee serotypes
1) Canine adenovirus 1: infectieuze honden hepatitis
2) Canine adenovirus 2: respiratoire aandoeningen (kennelhoest)
4
Q
Klinische symptomen
A
- vnl subklinisch
- Klinisch jonge honden
- Steftecijfer 10-30% volwassenen, 100% pups
- acute ziekte:
> koorts
> depressie
> anorexie
> meer dorst
> braken
> diarree
> hepatomegalie
> opaciteit van het hoornvlies (hepatitis blauwoog unilateraal of bilateraal)
> glomeronefritis door immuuncomplexafzetting
5
Q
Herstel
A
- Incubatieperiode 7 dagen
- herstellende dieren levenslange immuniteit
- klinisch herstel door neutraliserende as na 10 dagen
6
Q
Behandeling
A
Symptomatisch: glucose , AB
preventief: hyperimmuunserum
7
Q
Controle
A
- geattenueerde levende vaccins met CAV2 want CAV1 leidt tot corneabloedingen
- 2 x vaccinatie op 9 en 12 weken
- boostervaccins met 2j tussen