Equine rhinotrachitis en equine herpesvirus abortion Flashcards
1
Q
Virus
A
Equine herpesvrius 1 en equine herpesvirus 4
1= abortus en zenuwstoornissen (encefalomyelitis)
4= respiratoir
2
Q
Epidemiologie
A
- Voor 1981 vastgesteld een enkel virus met twee subtypen –> nu twee virussen dankzij restrictie endonuclease analyse
- transmissie: Ademhalingsroute na contact met geïnfecteerde neusafscheidingen, geaborteerde foetussen, placenta of baarmoeder
- Latente infecties in ggl trigeminale
- Hoge prevalentie as tegen EHV4 100%
- episoden reactivering zonder klinische ziekten EHV4, overdracht op veulens
- prevalentie EHV1 30%
- blootstelling aan niet immuun dier, drachtige merries abortusstorm
3
Q
Klinische symptomen
A
EHV1: abortus in mono’s
- meestal laatste 4md zwangerschap
- geïnfecteerde merrie daaropvolgende dracht geen abortus
- neurologische symptomen EHV1 relatief weinig voorkomend (T-lymfo’s)
EHV4: koorts, anorexie, suf, sereuze neusvloei, hoest
4
Q
Controle
A
- Isolatie indien nodig > dieren van verkoop, races > stoeterij: paarden fysiek gescheiden > drachtige merries afscheiden in stressvrije omgeving > na uitbraak: getroffen dier isolatie
5
Q
Vaccinatie
A
Gemodificeerde levende en geïnactiveerde virusvaccins tegen EHV1 en EHV4 op 3 md en 5md. Boosters aanbevolen