In zicht thema 2 vocabulaire Flashcards
Hé, we hebben dezelfde schoenen. Dat is TOEVALLIG!
unexpected
Zullen we weer eens afspreken om een beetje BIJ te PRATEN? (bijpraten)
to catch up
Ik doe twee keer per week yoga. Dat BEVALT me goed.
That suits me fine.
De eerste schooldag was voor onze dochter een hele bijzondere BELEVENIS.
experience
Ik stuur je morgen het VERSLAG van het gesprek.
the report
Inderdaad
indeed
Rene: Success met werken! Ik ga lekker naar het strand.
Henk: Ja, hoor, WRIJ HET ER MAAR IN.
Rub it in
Ze lijken wel verliefd. Misschien hebben ze iets met elkaar. (IETS HEBBEN MET)
to have something with (someone romantically)
to have a connection with (someone romantically)
Voor mijn Nederlands zoek ik nog een taalMAATJE.
mate, friend
Ik ben HARTSTIKKE blij met je hulp!
really
heel erg, ontzettend
Zullen we BINNENKORT een keer uit eten gaan?
shortly
gauw
Hé, lang niet gezien! Wat grappig dat we elkaar nu hier tegenkomen. (ELKAAR TEGENKOMEN)
to run into each other
Zit jij na je pensioen in een BEJAARDENTEHUIS?
nursing home, senior’s home
Wat will je allemaal BEREIKEN?
to accomplish, to attain
Wat will je allemaal bereiken? Een BEPAALDE opleiding, een reis, of eigen bedrijf?
certain, particular