In het hotel Flashcards
En el hotel
1
Q
Overnachting met ontbijt
A
Pension con desayuno
2
Q
Half pension
A
Media pensión
3
Q
Volpension
A
Pensión completa
4
Q
Een één(twee)persoonskamer
A
Una habitación individual (doble)
5
Q
Heeft u een reservering?
A
¿Tiene reserva?
6
Q
Ik heb een tweepersoonskamer gereserveerd.
A
He reservado une habitacion doble.
7
Q
Op wiens naam?
A
¿A nombre de quien?
8
Q
Hoeveel is het per nacht?
A
¿Cuánto es por noche?