identificatie Flashcards

1
Q

haemophilus influenza

A

MALDI TOF moeilijk
fenotypisch (afh X&V)
resistentie -> nitrocefinetest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

moraxella catarrhalis

A

Oxidas +
kat+
DNase+
nitraatreductase +
hydrolyse tributrine
ONPG-
suikerverzuring-
MALDI TOF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

streptococcus pneumoniae

A

bloedplaat
optochine S
galoplosbaar
MALDI TOF (pneumoniae-oralis)
latexagglutinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

streptococcus pyogenes

A

bacitrine + bloedplaat
MALDI TOF
pyrrolidonase +
sneltest streptokokken (keelwisser)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

arcanobacterium haemolyticum

A

bactracine R (<-> pyogenes)
omgekeerde CAMP (ing b-hemolyse s.aureus (<-> agalactiae)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cornebacterium diphteriae

A

loefferbodem (runder/paard serum)
tellurietbodem
bloedagar (hemolytisch + overgroei commensale)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bordetella pertussis

A

VB + groeifactoren + koutskool/bloed
zelden kweek
PCR
serologisch
staal: nasofaryngeale wisser/aspiraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

legionella pneumophila

A

geen gwne bodem
BCYE
5% CO2
<5 dagen
MALDI TOF MS
serologisch (antistoffen)
antigenentest (urine)
PCR (BAL/transbronchial biopt)
staal: waterstaal (omgeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

chlamydophila pneumoniae

A

PCR
serologie (niet betrouwbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

chlamydophila psittaci

A

serologie
PCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mycoplasma pneumoniae

A

PCR
serologie (immunoassay, complementfix, ELISA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nocardia spp

A

bloedagar
löwstein-jensen (mycobacterien)
staal: BAL, abces (hers, lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rhodococcus equi

A

bloedagar (niet hemolytisch)
CAMP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mycobacterium spp

A

-> micro:
- auramine
staal = sputum, maagvocht, etter, klier, punctievocht, urine
-> cultuur:
- steriel of voorbehandeld
(decontaminatie / homogenisatie)
- löwenstein-jensen bodem
(eieren, glycerine, aardappelbloem, aspargine, zouten, machalietgroen)
tub = ‘bloemkool’
- sulabodem
- semi-synthetische bodem
middlebrook 7h10, 7h11, 7h12
- incubatie & aflees automaten
pH ind, CO2 prod
- identificatie test
=/= temp
fenotypisch, genotypisch, MA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

staphylococcus aureus

A

bloedagar -> b-hemolyse
msa -> geel
chromogene agar -> MRSA?
coagulase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cutibacterium acnes

A

anaeroob
trage groei
‘bolletjes’ in thio

17
Q

actinomyces spp

A

bloedagar
thio

18
Q

eikenella coorodens

A

anaeroob
x-factor
bloed/choc
chloorgeur
slechte groei thio

19
Q

pasteurella multocida

A

kat +
ox+
bloed/choc

20
Q

corynebacterium spp

21
Q

bacillus spp

A

bloed
cereus b-hemolytisch
vacomycine op esculine -> sporen!
gramkleuring -> gramvariabel & bamboe

22
Q

clostridium perfringes

A

aerotolerant
snelle groei
gas ++
bloed
kat-
ox-
ongekeerde camp

23
Q

clostridium botulinum

A

(kweek)
dierproef (toxine)

24
Q

clostridium tetani

A

traag groei
strikt anaeroob
dierproef (toxine)

25
erysipelothrix rhusiopathiae
bloed a-hemolyse bij verlengde incubatie
26
pseudomonas aeruginosa
kat+ ox+ bloed/McC
27
capnocytophaga
niet op McC