Huid En Nagel Aandoeningen Flashcards

1
Q

Dermatologie

A

De leer van de huidziekten

Derma ( huid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Exogene factoren ( voor ontstaan van dermatologische afwijkingen)

A

Factoren van buitenaf .

: drukte,vocht ,droogte ,kou,warmte en infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Endogene factoren ( voor ontstaan van dermatologische afwijkingen)

A

Factoren van binnenuit :

Stress,erfelijke factoren,bijwerking v medicatie,aandoeningen als gevolg v circulatie stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eczeem

A
Reactie v opperhuid 
Lijkt op ontsteking .
Huid vaak rood,schilferig ,jeuk.
2 soorten 
Contactallergische eczeem /Constitutioneel eczeem .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Constitutioneel eczeem

A
Door endogene factoren 
Chronische huidontsteking 
Voornamelijk erfelijk bepaald
Het uit zich in natte jeukende plekken met schilfervorming .
Meestal elleboogploouen. Knieholten .
Voorbeeld :atopisch eczeem,dauwworm.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Contactallergisch eczeem

A

Door exogene factoren
Acuut of chronisch
Ontstaat door contact met stoffen ,chemische stoffen.
Veroorzakers :oa rubber ,metalen ,cosmetica,haarlak .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Allergie

A

Afweerreactie van het lichaam op lichaamsvreemde stof .

fout in afweermechanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een ander woord voor immuunsysteem

A

Afweersysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Allergeen

A

De stof die de alllergie veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wijze van binnentreden allergene ziekteverwekker

A

Aanraking ,of via infectie,of viamond of luchtwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeelden van alergenen

A

Oa .Planten, huisstof,huisdieren,arnica jodium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Efflorescenties

A

Aandoeningen die op de huid verschijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Typen Efflorescenties

A

Primair:
verschijnselen die tegelijk met begin vd aandoening zichtbaar zijn.

Secundair:
Verschijnselen diepas na enige tijd ontstaan .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeelden primaire efflorescenties

A

Bulla ( blaar )
Erythreem(roodheid)
Pustula(puist)
Tumor(zwelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bulla

A

Met bloed of serum gevulde holte direct onder opperhuid ontstaat door exogene invloeden .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Erytheem

A

Plaatselijke roodheid door verschillende invloeden zoals hitte,kou,medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pustula

A

Met etter gevulde verhevenheid vd huid als gevolg v ontsteking .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Tumor

A

Ontstaat door vochtophoping v verschillende aard.

Door invloed v binnenuit endogeen .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Voorbeelden Secundaire Efflorescenties

A
Cicatrex ( litteken )
Crusta ( korst )
Ragade( kloof)
Squama(schub)
Vesicula(blaas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cicatrix

A

Litteken

Vervangend bindweefsel bij het genezen van verwondingen .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Crusta

A

Korst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Ragade

A

Kloof

Spleten in scheuren v huid of slijmvlies door aantasting v elasticiteit vh weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Squama

A

Schub

Opeenhoping van hoorncellen ,afschilfering

24
Q

Ulcus

A

Zweer

Bindweefselverlies door infectie

25
Q

Vesicula

A

Blaas

Zwelling door endogene factoren gevuld met bloed of serum

26
Q

Oedeem

A

Vochtophoping in de weefsels

27
Q

Verschijnselen van allergie

A

Jeuk,erytheem,droogte of juist vochtigheid ,oedeem,benauwdheid ,tranende / jeukende ogen .

28
Q

Urticaria

A

Galbulten
Jeukende bulten .
Door alergenen als :oude kaas, aarbeien ,garnalen,stof inademen .
Antihistaminica kan helpen

29
Q

Netelroos

A

Jeukende bulten met rode rand
Door alergenen als :oude kaas, aarbeien ,garnalen,stof inademen .
Antihistaminica kan helpen

30
Q

Hyperhydrosis

A

Overmatige zweetuitscheiding

31
Q

Hypohydrosis

A

Te geringe zweetafscheiding
Zweten onmogelijk doorslecht functioneren zweetklieren
Talgklierwetking is vertraagd
Huid is droog

32
Q

Bromhydrosis

A

Atrofisch slinken v huidmassa en daardoor ook geslonken talg en zweetklieren
Door ouderdom,ziekte ,zwakte

33
Q

Symptomen bij verminderde functie v zweetklieren

A

Harde eeltvomring ,huid is dor en droog ,barsten aan nagelplooi en hiel

34
Q

Verbranding

A

Fysische oorzaak
Organisme kan er geen afweer tegen opbouwen /weinig herstelvermogen
1/2/3e graads

35
Q

1e graads verbranding

A

Rood, pijnlijk, branderig maar geneest geheel

Koelen

36
Q

2 e graads verbranding

A

Rood, pijnlijk , branderig
De huid vormt blaren met vocht die niet open mogen gemaakt
Gebruik van niet-vette brandzalf en koelen helpt

37
Q

3e graads verbranding

A

Necrose ontstaat

Acuut medisch ingrijpen vereist

38
Q

Bevriezing

A

Verschijnselen vrijwel gelijk aan verbranding

Ontdooien nooit door warmte maar gematigde temperatuur

39
Q

Verrucae vulgaris

A

Gewone wrat
Ontstaat door virusinfectie
Verdwijnt vanzelf door afweeropbouw
Door cauterisatie of vloeibare stikstof weg te branden

40
Q

Furunkel

A

Steenpuist
Acute ontsteking v haarzakje veroorzaakt door bacteriën
Door stafylokokkeninfectie
Deze infectie tast follikel en omliggend weefsel aan
Pijnlijke grote rode papels
Behandeling door arts

41
Q

Negenoog

A

Meerdere steenpuisten op klein gebied

42
Q

Dermatomycosen

A

Schimmelinfectie
Moeilijk te bestrijden want schimmels kunnen zich wijd vertakken
Voetschimmel/ handschimmel

43
Q

Hyperkeratose

A

Overmatige verhoorning
Oorzaken:wrijving / druk /teveel zonlicht
Symptomen:ruwe huid ,eelt ,afschilvering

44
Q

Psoriasis

A

Verstoring van het verhoorningsproces vd opperhuid
Meestal aangeboren ,erfelijk.
Behandeling kan met oa puva kuren (pillen in samenwerking met ultraviolet licht )

45
Q

Hypertrofische nagel

A

Sterke uitgroei vd nagel ( hypertrofie is toename v weefsel )

46
Q

Hoornnagel

A

Verdikte nagelplaat door afwijkende werking v nagelmatrix .

47
Q

Ramshoornnagel

A

Ook wel klauwnagel

Onregelmatig ,verdikt ,hard ,sterke kromming

48
Q

Schimmelnagel

A

4 typen

1) DSO( meest voorkomend,neemt toe met leeftijd ,kan door gehele nagelplaat trekken )
2) WSO (kleine witte vlekjes die kunnen versmelten ,alleen bovenste laag vd nagelplaat )
3) PSO (kleine witte vlekjes ,komt weinig voor )
4) Candida nagels (alleen bij slechte weerstand )

49
Q

Paronychia

A

Nagelwalontsteking
Chronisch (bij beroepen met natte voeten )
Acuut(verkeerd manicuren ,pedicuren )

50
Q

Onychia

A

Ontsteking v nagelbed waarbij nagel gezond is maar afwijkende vorm heeft

51
Q

Panaritium /omloop

A

Etterige ontsteking v tenen of vingers

Aan weke delen / peesscheden of diepliggend bij aantasting aan het bot ( fijt )

52
Q

Ingroeiende / ingegroeide nagel

A

Ingroeiende nagel is het beginstadium .
Nagel drukt in de wal .
Ingegroeide nagel .daarbij is de nagel al binnengedrongen en heeft ontsteking veroorzaakt .

53
Q

Stootnagel

A

Door geweld stoten vd nagel .er ontstaat een ontsteking

54
Q

Lepeltjesnagel

A

Bij bloedarmoede en langdurige zeepinwerking

Nagelplaat is hol en dof

55
Q

Leukonychia

A

Witte verkleuring vd nagelplaat

Meestal aangeboren of te ver en vaak wegduwen van de nagelwal .

56
Q

Dwangnagel

A

Apart nageltje naast de normale nagel

Groeiend naar de zijkant

57
Q

Psoriasisnagel

A

Gevolg v psoriasis in nagelbed

Putjes ,zalmkleurige vlekken,of soms loslaten v nagelplaat vh nagelbed