Hoorcollege 8,9,10,11 Flashcards
Disinhibtion
Zwakke impulscontrole, directe behoeftebevrediging, onverantwoord, ongeduldig etc
Meanness
tekort aan empathie, geen behoefte aan hechte relaties, sensatie zoeken, manipulatie en macht door wreedheid
Boldness
kalm en gefocust blijven in situatie met druk/dreiging, snel herstellen van stress en tolerantie van angst.
Egosyntoon
Persoon ervaart stoornis als iets wat bij hem/haar past
Egodystoon
Persoon ervaart stoornis als iets wat vroeger niet was en niet past
Cluster A Persoonlijkheidsstoornissen
paranoïde, schizoïde en schizo-typische persoonlijkheidsstoornis
Cluster B Persoonlijkheidsstoornissen
antisociale, borderline, theatrale en narcistische persoonlijkheidsstoornis
Cluster C Persoonlijkheidsstoornissen
Ontwijkende, afhankelijke en obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.
F1 Psychopathie
Primaire psychopathie. Factoren interpersoonlijke en en affectieve kern
F2 Psychopathie
Secundaire psychopathie. Factoren levensstijl en antiosocialiteit
Dark Triad
Donkere persoonlijkheidstrekken. Dit is subklinisch!!!
Machiavellisme
Over lijken gaan om iets te bereiken, cynische visie op medemens, manipulerend
Narcisme
Extreme zelfverheerlijking, bevoorrecht moeten worden, middelpunt van belangstelling staan
Psychopathie
manipulatie, oplichterij, oppervlakkige emoties, sensatie belusting, impulsief, regel overtredend gedrag.
Emotionele reactiviteitsdeficieten
reactiviteit op emoties is verstoord, dit is vooral het geval bij negatieve emoties; minder gevoelig voor straf, weinig angst en zwak inhibitiesysteem.
Cognitieve verwerkingsdeficieten
deficiet in responsmodulatie; moeite met switch naar activiteit die gaande is als omgeving hierom zou vragen.
Neuro Imaging
verstoringen in de frontale cortex en de amygdala.
Respons-modulatie hypothese
Psychopaten zijn minder gevoelig voor dominante, emotionele en neutrale cues in de omgeving waaronder straf en emoties wanneer ze zich focussen op een doel met beloning. Er is geen motivatie om belonend gedrag te evalueren en er wordt niet stilgestaan bij eventuele negatieve gevolgen.
Voyeurisme stoornis
Opgewonden door bekijken van iemand die omkleedt/schaars gekleed is, om van mensen die geslachtsgemeenschap hebben
Exhibitionistische stoornis
opgewonden van tonen van geslachtsdelen
Type I: Wil het tonen, reactie doet er niet toe
Type II: Vooral schok bij ander oproepen en hierop uit zijn.
Frotteurisme stoornis
Opgewonden raken van met geslachtsdeel schuren tegen ander aan
Seksueel masochisme stoornis
door anderen gepijnigd en gedomineerd willen worden
Seksueel sadisme stoornis
Anderen willen pijnigen, kleineren
Pedofiele stoornis
opgewonden van kinderen waarbij er sprake is van seksuele aantrekkingskracht
Fetisjime stoornis
opgewonden van objecten of lichaamsonderdelen en hier handelingen mee uitvoeren.
Travestie stoornis
opgewonden als anders zich verkleedt als andere geslacht. Er is sprake van dwang/persoon voelt zich hier niet goed bij.
Grooming
op chatboxen minderjarigen benaderen; hierbij worden ook verschillende strategieën gebruikt.
Gefixeerde groep
mensen met pedofiele stoornis die uitsluitend zijn aangetrokken tot kinderen. Er is sprake geweest van misbruik. Er is geen interesse in volwassen relaties en ze zitten op dezelfde emotionele lijn als kinderen.
Regresseerde groep
Mensen die incest plegen. Hebben wel een relatie (maar deze loopt niet goed) en mindere sociale vaardigheden. Er worden excuses gemaakt voor incest.
MTC: High contact groep
Mensen die dagelijks met kinderen in contact komen. Verwondingen zijn hierbij laag, want dit zou snel opvallen
MTC: Interpersoonlijke type
beschouwen kind als zielsgenoot en hebben een hechte band.
MTC: Narcistische type
Ziet kind meer als object
Risicotaxatie: Subjectief klinisch oordeel
Lang geleden deed men puur subjectief oordeel. Dit was op basis van ervaring, expertise en kennen van de patiënt. Dit is net zo effectief als puur toeval
Actuarieel oordeel
Meer statistisch gericht. Er werd een lijst van risicofactoren opgesteld, onderscheid tussen statische versus dynamische factoren, maar ook aandacht voor beschermende factoren. Het is probabilistisch.
Gestructureerd klinisch oordeel
Combinatie van subjectief klinisch en actuarieel oordeel. Naast statistiek wordt ook het gezonde verstand gebruikt.
Base rate
Statistische prevalentie van bepaald gedrag in een bepaalde groep over een bepaalde tijd.
Prospectieve validiteit
Je stelt jezelf de vraag in de toekomst gericht; kan deze persoon naar buiten/op verlof?
Retrospectieve validiteit
Opnieuw risicotaxatie uitvoeren en terugkijken hoe het zit dat persoon na vrijlating alsnog fout is ingegaan.