Hoorcollege 7: verbetering en opname van voedingscoupon

Question 1

Waaruit bestaat onze voeding?

Answer 1

• Macronutriënten: koolhydraten, eiwitten, vetten en vezels
• Micronutriënten: mineralen, sporenelementen (ijzer, jood, zink) en vitamines
• Water en zouten (elektrolyten zoals natrium, kalium en chloor)

Question 2

De fasen van de vertering:

Answer 2

• Bulk fase digestie, grote voedselbrokken worden verwerkt in het darmkanaal
• lokaal digestie, afbraak van de laatste verbindingen aan het oppervlakte van de darmcellen/darmepitheel/endrocyten.

Question 3

Hoe kan het contactoppervlak van voedsel en enzymen worden vergroot?

Answer 3

• Kauwen
• Malen
• Mengen
• Vochttoediening
• Eiwitdenaturatie, zorgt ervoor dat proteasen kunnen knippen
• Emulgeren, vetdruppels worden verkleind
• Micel vorming (gal), daarom kunnen liplazen vet makkelijk verteren

Question 4

Welke koolhydraten zijn er en hoe zijn ze verbonden?

Answer 4

• Zetmeel (60%): amylose, alfa-1,4, amylopectine, alfa-1,4 en alfa-1,6
• Sucrose (35%): alfa-1,2
• Lactose (5%): beta-1,4
• cellulose (voedingsvezel): beta-1,4

Question 5

Zetmeel afbraak, bulkfase:

Answer 5

Amylase knipt alfa 1,4 bindingen in het molecuul (niet aan het eind). Het knipt amylose dus tot maltotriose en maltose. Ook kan amylose alfa-1,6 bindingen niet knippen en de alfa-1,4 binding daar direct naast ook niet. Uit amylopectine ontstaat dus altijd alfa-gelimiteerd dextrine.

Question 6

Zetmeel afbraak lokale fase:

Answer 6

• Maltotriose en maltose worden door maltase gesplitst tot enkelvoudig glucose
• Sucrase-isomaltase: splitst alfa-gelimiteerd dextrine door het verbreken van alfa-1,6 bindingen en de andere alfa-1,4 bindingen
• Lactase verbreekt lactose in glucose en galactose

De eindproducten zijn in totaal glucose, fructose en galactose

Question 7

Eiwitafbraak:

Answer 7

Eiwitafbraak in de bulkfase vindt plaats door endopeptidasen, knippen in het midden:
- maag: pepsine
- Pancreas: trypsine, chymotrypsine, elastase
Aminopeptidasen en carboxypeptidasen zijn exopeptidases, ze knippen het tot losse aminozuren, di- en tripeptiden

Question 8

Vetafbraak:

Answer 8

• (speeksel- en) Maaglipase (15%). Resistent voor pepsine, product : DAG + FFA
• pancreas-lipase (85%): 2-MAG + FFA, colipase nodig voor activatie (uitgescheiden door pancreas in pro-colipase vorm)
• melklipase, komt mee in moedermelk en is zuurresistent. Product = glycerol + FFA

Question 9

Werking activatie pro-enzymen/preventie pancreas-zelfvertering

Answer 9

• Activering pro-enzymen door trypsine
• Verpakt in granulae tezamen met trypsin inhibitor, wat voorkomt dat het per ongeluk toch actief wordt)
• Trypsine activering op gang gebracht door enterokinase in duodenum.

Pas in de dunne darm wordt trypsinogeen omgezet in trypsine door enterokinase. Daar activeert het zichzelf en andere pro-enzymen

Question 10

Glucosetransport:

Answer 10

• Via apicale zijde door middel van natrium, actief transport
• Via basolaterale zijde door passief transport

Question 11

Vetzuurtransport:

Answer 11

Enterocyt neemt vetzuren (FFA) en monoacylglycerol op. Zijn vaak te groot om op te nemen in het bloed. In de enterocyt ontstaat dan opnieuw een triglyceride, die een vetdruppel/lipoproteïne vormt, waar eiwitten aan gaan hangen. Dan is het een chylomicronl, wordt uitgescheiden via exocytose en komen in het lymfesysteem terecht.