Hoorcollege 3 Flashcards
Wat zijn schema’s en wanneer ontwikkelen deze zich?
Representaties van de betekenis van het gedrag en de bedoelingen van anderen, de wereld en het zelf. Dit zijn kaders die de perceptie, codering en ophalen van informatie van mensen sturen en bepalen. Schema’s ontwikkelen zich tijdens de kindertijd en adolescentie en vormen de basis van individuele persoonlijkheden
Schema: verstoring in aandacht
Het proces waarbij de aandacht wordt gericht op stimuli die overeenkomen met onderliggende schema’s.
Schema: verstoring in interpretatie
Dit wordt gekenmerkt door interpretatie van informatie op een typische manier congruent met het onderliggende schema.
Dit is wel gevonden voor vermijdende en afhankelijke PS, maar nog niet voor OCPD
Schema: verstoring in geheugen
Dit is een cognitieve bias die oftewel het herinneren verminderen of verbeteren. Het wordt niet opgeslagen zoals het daadwerkelijk gebeurde, maar de ervaringen die in overeenstemming zijn met een bepaald schema worden vermoedelijk opgeslagen
Wat zijn de 3 fases van assessment?
Fase 1: Inventarisatie
Fase 2: Classificatie
Fase 3: Diagnostische formulering
HI-TOP Model
Een gegevens gestuurd, hiërarchisch gebaseerd alternatief voor traditionele classificaties. Het biedt een gegevens gestuurd alternatief voor het classificeren van psychische stoornissen.
Welke twee componenten zijn er bij het biopsychosociale model van PS?
- Cognitieve component over het zelf
- Genetische aanleg
Hoe worden persoonlijkheidsstoornissen geconceptualiseerd in het Cognitieve model?
Als openlijke uitdrukkingen van onderliggende disfunctionele overtuigingen en schema’s.
Wat houdt het biopsychosociale model in?
Het geïntegreerde biopsychosociale model voor Cluster C persoonlijkheidsstoornissen omvat een holistische benadering die biologische, psychologische en sociale factoren integreert om de ontwikkeling, expressie en behandeling van deze stoornissen te begrijpen.
Severity continuum hypothese (vermijdende PS en sociale angststoornis)
sociale angststoornis en vermijdende PS zijn geen afzonderlijke entiteiten maar verschillen alleen in ernst; kunnen geplaatst worden op een continuüm van ernst
Attenuatiehypothese (vermijdende PS en sociale angststoornis)
Beide stoornissen zijn alternatieve uitingen van dezelfde genetische aansprakelijkheid; hoge introversie en hoog neuroticisme