Hoorcollege 2: diagnosemogelijkheden van type 1 en type 2 diabetes Flashcards
wat is het verschil tussen diabetes type 1 en type 2
type 1: pancreas maakt geen insuline (absolute insuline deficiëntie)
type 2: aanvankelijk zoveel insuline gemaakt door de pancreas dat het nu onvoldoende wordt geproduceerd om de bloedsuikerspiegel te handhaven (relatieve insuline deficiëntie) en insuline resistentie: cellen werken niet goed op insuline
vermogen van de pancreas om insuline te maken neemt af met de tijd
beschrijf de pathogenese van type 1 diabetes
cellulair gemedieerde auto-immuun destructie van B cellen (in de eilandjes van Langerhans) die verantwoordelijk zijn voor insuline productie en secretie
kenmerken van type 1 diabetes?
korte anamnese
presenteert zich rond de 30-35e levensjaar
kenmerken van type 2 diabetes?
relatieve insuline deficiëntie insuline resistentie overgewicht / obese (80-90% van de gevallen) geen ketoacidose bij het presenteren NA de leeftijd van 30-35 jaar
beschrijf de pathogenese van type 2 diabetes
hyperglycemie door relatieve insuline deficiëntie gerelateerd tot insuline resistentie en beta cell dysfunctie
insuline resistentie blijft constant gelijk, insuline secretie neemt met de jaren af
typische symptomen diabetes (6)?
- glucoserie door het onvermogen van de nier
- polyurie als gevolg van de osmotische diurese
- polydipsie, veel drinken, als gevolg van de polyurie
- polyphagie, veel eten, als reactie op verliezen van glucose (kcal)
- gewichtsverlies door excretie van kcal met de urine, afbraak spier- en vetweefsel en door het vochtverlies met de urine
- slapte, moeheid als gevolg van verminderde ATP productie
is er een verschil tussen type 1 en type 2 diabetes wt betreft symptomen?
type 1: vanaf het ene op het andere moment: gaat heel snel
- gewichtsverlies
- moeheid, verlies energie
- jeuk
- polyurie
- polydipsie
- polyfagie
- diabetische ketoacidose
type 2:
- toegenomen dorst
- meer plassen
- moeheid
- wazig zien
- toegenomen frequentie van infecties (schimmel!) bij de geslachtsorganen mn
bij welk type diabetes kun je wazig zijn en waarom?
type 2:
door toegenomen bloedglucose zwelt de lens, kun je niet meer goed in de verte zien
waarom is type 2 moeilijk te diagnosticeren?
kan zich zonder subjectieve symptomen presenteren
hoe stel je de diagnose diabetes?
- nuchter plasa glucose > 7.0 mmol (126 mg/dL)
- willekeurige plasma glucose > of = 11.1 mmol (200 mh/dL)
- -> asymptomatische personen ZONDER dus de typische hyperglycemie symptomen moeten TWEE keer de willekeurige plasma glucose bepalen - HbA1c > 6.5% (48 mmol/mol)
Wanneer wordt OGTT bij diagnose diabetes gebruikt?
grensgevallen of om de diagnose zwangerschapsdiabetes te stellen
interpreteer de OGTT bij de volgende casussen:
nuchter < 7.0 mmol/L en 2u na glucose < 7.8 mmol
normaal
interpreteer de OGTT bij de volgende casussen:
nuchter < 7.0 mmol/L en 2u na glucose 7.8-11.0 mmol/L
impaired glucose tolerance
deze diagnose kan alleen met de OGTT worden vastegsteld
- verhoogd risico op DM2 en hart- en vaatziekten maar GEEN verhoogde kans op microvasculaire complicaties
interpreteer de OGTT bij de volgende casussen:
nuchter > 7.0 mmol/L en 2u na glucose > 11.0 mmol/L
diabetes mellitus
wanneer stel je de diagnose impaired fasting glucose (IFG)?
nuchtere glucose tussen 6.1 en 6.9 mmol/L
ook hier verhoogd risico op DM2 en hart- en vaatziekten maar GEEN verhoogde kans op microvasculaire complicaties
geen overlap geheel met IGT