Hoorcollege 12: Asociaal gedrag Flashcards

1
Q

Wat is agressie?

A

Intentioneel gedrag met als doel iemand fysiek of mentaal pijn te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee soorten agressie zijn er?

A

Hostile agressie en instrumentele agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hostile agressie?

A

Een daad van agressie als gevolg van een gevoel van boosheid met als doel om iemand pijn te doen of te verwonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is instrumentele agressie?

A

Een intentie om iemand pijn te doen, maar het pijn doen is een middel om iets te bereiken en niet het doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 aspecten van het internet kunnen bijdragen aan agressie?

A
  1. Motivational aspects: aspecten die movitatie creeëren
  2. Disinhibitory aspects: aspecten die interne en externe remming (inhibitie) verminderen
  3. Opportunity aspects: aspecten die aggresief gedrg mogelijk maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 3 ‘motivational aspects’ van het internet die kunnen bijdragen aan agressie?

A
  1. Het internet is alomtegenwoordig (primen, gewoon vinden, ongevoelig)
  2. Veel mensen hebben toegang
  3. Interactief en daardoor raak je meer betrokken (betrokkenheid/identificatie en beloningen voor geweld)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 4 ‘disinhibitory aspects’ van het internet die kunnen bijdragen aan agressie?

A
  1. Content is niet gereguleerd
  2. Participatie is meestal privé en anoniem
  3. Participatie wordt niet door anderen in de gaten gehouden
  4. Contact met gelijken zorgt voor versterking gedrag, opinies, gedachten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn ‘oppertunity aspects’ van het internet die kunnen bijdragen aan agressie?

A
  1. Doelwit is vrij makkelijk bereikbaar
  2. Identiteit kan worden vermomd
  3. Slachtoffers worden veelal niet gezien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is pesten?

A

Een aggresieve, intentionele daad of gedrag dat wordt uitgevoerd door een groep of individueel tegen iemand, herhaald over tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen online en offline pesten? (10)

A
  • Afhankelijk van technische expertise
  • Anoniem - indirect (deindividuatie - disinhibitie): contact tussen dader en slachtoffer niet op een plek
  • De reactie van het slachtoffer is onzichtbaar (iig in eerste instantie)
  • Meer variatie in de rollen van bijstanders
  • Status die je kan krijgen doordat je anderen laat zien dat je macht hebt is afwezig bij cyberpesten
  • Bereik is veel groter
  • Moeilijk het pestgedrag te ontvluchten
  • De pester gaat verder dan offline
  • Lastiger te stoppen online
  • De drempel om te pesten in online lager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem soorten van cyberpesten (9)

A
  • Indeling aan de hand van media
  • Dreigmailtes/chantage
  • Uitschelden (flaming)
  • Wachtwoorden veranderen
  • Hacken van sociale media profielen en aanpassen
  • Seks- of geweldfilmpjes sturen (happy slapping)
  • Een beschamende tekst of video over diegene delen
  • Virus sturen
  • Sexting misbruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de motieven voor cyberpesten?

A
  • Interne motieven: wraak, jaloezie, verveling, proberen iemand anders te zijn
  • Externe motieven: geen gevolgen zien, geen confrontatie, het slachtoffer is anders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 5 coping strategies voor online pesten?

A
  1. Het blokkeren van bepaalde mensen
  2. Verwijderen van berichten zonder te lezen
  3. Veranderen van wachtwoorden, gebruikersnamen en andere gegevens
  4. Tegen de pester zeggen dat die moet stoppen
  5. Terugpesten (cyclisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is trolling?

A

een daad van het opzettelijk provoceren en tegenwerken van gebruikers in een online omgeving die een vaak wenselijke, soms voorspelbare uitkomst voor de trol creëert. Dit zonder duidelijke instrumenteel doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen cyberpesten en trolling?

A

Cyberpesten is altijd intentioneel, trolling hoeft dat niet per se te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem wat voorbeelden van trolling? (7)

A
  • Bewust misinformatie verspreiden
  • Bewust misleiden in een game
  • Vloeken/grof taalgebruik
  • Uitdagen van andere mensen
  • Team killing (in games)
  • Niet meer reageren
  • Oplichten
17
Q

Wat zijn de 5 meest voorkomende motivaties om te trollen?

A
  • Entertainment
  • Verveling
  • Wraak
  • Frustratie
  • Sensatie zoeken
18
Q

Wat is verslaving?

A

een onaangepast patroon van middelengebruik, leidend tot een significante psychische beperking

19
Q

Wat zijn 3 symptomen van verslaving?

A
  • Terugtrekken
  • Geen controle meer over het gebruik
  • Continue consumptie van negatieve consequenties
20
Q

Wat voor content is vaak verslavend op het internet?

A
  1. Gameverslaving
  2. Gokverslaving
  3. Verslaving aan seksueel expliciet materiaal
21
Q

Wat draagt bij aan online game/gokken/seksuele content verslaving?

A
  • Altijd aanwezig
  • Altijd toegankelijk
  • Betaalbaar
  • Sociale aspecten: verbondenheid, verplichting, sociale bevrijding