Hoorcollege 1 Flashcards

1
Q

Transmissiemodel

modellen van massacommunicatie

A
  • overbrengen
  • zender
  • verwerken zoals bedoeld

vb: radio, praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Expressieve model

modellen van massacommunicatie

A
  • gedeelde ervaring
  • uitvoering
  • gaat om de beleving

vb: zingen van een volkslied, concert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Publiciteitsmodel

modellen van massacommunicatie

A
  • aandacht
  • competitie
  • toeschouwer

vb: reclame

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Receptiemodel

modellen van massacommunicatie

A
  • multi-interpretabel
  • betekenis
  • interpretatie staat bij het publiek centraal

vb: ook reclame, maar deze kunnen specifieke gevoelens opwekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Machtige media (oftewel hypodermic needle/magic bullet)

A
  • Bereiken iedereen
  • Vooral weerloze, passieve gebruikers
  • Sterke (en slechte) effecten
  • Uniforme effecten (gelden voor iedereen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkeling van massamedia

A

Speelde eerst een belangrijke rol maar die zwakte steeds meer af

  • Drukpers, kranten, boeken (15e-20e eeuw)
  • Radio, film, televisie (1e helft 20e eeuw)
  • Video games (2e helft 20e eeuw)
  • Computer, internet (laatste deel 20e eeuw)
  • Mobiele media (eerste deel 21e eeuw)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeelden van sterke reacties op media

A
  • Propaganda
  • War of the worlds
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mythes over publiek

A

Paniek komt door pessimistische kijk op mensen
- Passief ‘dom’ publiek, makkelijk te manipuleren

Maar soms ook juist optimistisch
- Actief publiek, grijpt kansen, nieuwe media helpt hen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom blijven mythes hangen?

A
  • Ideeen aanlokkelijk\spreken aan
  • Binarism (goed vs slecht is een duidelijk vergelijking
  • Moeilijk afstand te nemen (media-ecologie)
  • Ze zijn nuttig (zetten mensen in beweging, zorgen voor nieuwe uitvindingen/ontwikkelingen, geven betekenis aan een constant veranderende omgeving)
  • 3rd person (niet wij, maar anderen zijn zo)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly