hoofstuk 1,2 ILP Flashcards

1
Q

mortaliteit

A

sterfte cijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stofwisseling

A

omzetting van voedingstoffen in bouwstoffen van het lichaam, waarbij energie wordt vrijgemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel energie leveren macronutriënten?

A

vetten; 1 gram = 9kcal
koolhyrdaten: 1 gram = 4,1kcal
eiwitten: 1 gram = 4,1kcal
alcohol: 1gram = 7kcal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rustmetabolisme verbruik

A

60% tot 75%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

thermisch effect van een maaltijd

A

10% van energieverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

thermsiche effect van activiteiten

A

15% tot 30% van energieverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leptime

A

signaal stofje dat aangeeft wanneer je verzadigd bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaat vetweefsel

A

neemt zowel in aantal als in grootte toe.
hogere inname dan verbruik
vetweefsel wordt kleiner, verdwijnt niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar zit vet?

A

om de organen en onder de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar liggen de eilandje van langerhans

A

in de alvleesklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat maken de bheta cellen aan?

A

insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat maken de alfa cellen aan?

A

glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar liggen de alfa en bheta cellen

A

in de eilandjes van langerhans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet insuline

A

verminderen van de in het bloed circulerende glucose
+glucose naar spierweefselcellen
+glycogenese (lever+spier)
- gluco(neo)genese (lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doet glucagon

A

verhogen van de in het bloed circulerende glucose
+ glycogenolyse (lever)
+ gluco(neo)genese (lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is glyconese

A

het vormen van glycogeen vanuit de kleine glucose eenheden

17
Q

wat is glycogenolyse

A

de afbraak van glycogeen

18
Q
A