Hoofdstuk drie klassieke leiderschapstheorieën Flashcards

1
Q

Trait theorie

A

Een van de meest universele benaderingen is de trait theorie -> idee dat voor leiders bepaalde karaktereigenschappen kenmerkend zijn. Bijvoorbeeld doorzettingsvermogen, overtuigingskracht, flexibiliteit etc. Trait theorie stelt dat eigenschappen grotendeels erfelijk zijn bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grid Theorie (Blake & Mouton)

A

Zowel kijken naar productie/winst als rekening houden met je personeel. Een goede leiderschapsstijl is die stijl die erin slaagt die 2 met elkaar te verenigen. Teammanagement is de beste. In dit model mist de nadruk van Van Wart en Medina op organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opkomst contingentietheorie

A

Meer situationeel gerund, kijken naar kenmerken van je volgers. Wat zijn hun eigenschappen, of wel hoe competent zijn ze, anderzijds hoe commited zijn ze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Path-goal theorie

A

Volgende stap in situationele theorie: kijkt ook naar kenmerken van taken en ondergeschikten, maar veelomvattender (feitelijk zijn er bijna oneindig aantal situaties). Belangrijke auteur: House
Om effectief te zijn, moeten leiders gedrag vertonen dat de omgeving en capaciteiten van hun ondergeschikten aanvult op een manier die tekortkomingen compenseert
Als het de verantwoordelijkheid van de leider is om de doelstellingen van de werknemer en de organisatie op één lijn te brengen en er vervolgens voor te zorgen dat het pad van de werknemer naar het bereiken van de doelen duidelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

LMX: Leader Member Exchange

A

Gericht op langdurige relatie (interactie/transactie) tussen leiders en ondergeschikten -> door langdurige relatie ontstaat meer vertrouwen en daardoor meer transacties
De theorie stelt dat je moet proberen met zo veel mogelijk mensen een goede relatie te hebben, en die relatie bepaalt voor een deel welke stijl je moet kiezen. Als je een goede relatie hebt, kun je meer op afstand leidinggeven
Onderscheid tussen ‘high’ en ‘low’ exchange relationship en onderscheid tussen ‘in’ en ‘out’ group -> in group van mensen die erbij horen, en out group van mensen die er minder bij horen. Daar past een andere leiderschapsstijl bij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly