hoofdstuk 9 Flashcards
in woorden
eigenschap van optellen (of aftrekken) bij een gelijkheid
Je mag bij het ene lid van gelijkheid een term optellen (of aftrekken) op voorwaarde dat je bij de andere lid met de dezelfde term optelt (of aftrekt)
in symbolen
eigenschap van optellen (of aftrekken) bij een gelijkheid
a = b <=> a + c = b + c
a = b <=> a - c = b - c
in woorden
eigenschap van vermenigvuldigen of delen bij een gelijkheid
je mag het ene lid van een gelijkheid vermenigvuldigen (of delen door) een van nul verschillende factor op voorwaarde dat je het andere lid met dezelfde factore vermenigvuldig (of erdoor deelt)
in symbolen
eigenschap van vermenigvuldigen of delen bij een gelijkheid
a = b <=> a · c = b · c————(c niet gelijk aan 0)
a = b <=> a÷c = b÷c ————(c niet gelijk aan 0)
benoem alle delen van een vergelijking
x + 3 = 5 – tweede lid of rechterlid
I—-I
I—-eerste lid of linkerlid
onbekende