Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen het digitale potlood en het penseel

A
  • Het enige verschil is dat een penseel een zachte rand ook al zetten we de hardheid op 100
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is flow

A
  • Verminderd de inkt in het penseel. Bij een laagingestelde flow zal het langer duren voor er inkt op het papier zit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de history brush

A
  • Met dit penseel kan een eerdere staat of snapshot teruggeschilderd worden door deze stap aan te vinken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de art history brush

A
  • Met dit penseel kunt u artistieke verfstreken aanbrengen, waarbij opnieuw gebruik gemaakt wordt van een staat of snapshot.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met welke drie elementen wordt de werking van het penseel bepaald?

A
  • Brushtip
  • Dekking
  • Overvloeimodi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt bij het mixerpenseel onder natheid (wet) verstaan?

A
  • Dit is de mate van kleur het penseel opneemt van het papier. Hoe hoger dit getal, hoe langer de streek mee gaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat wordt bij het mixerpenseel onder lading (load) verstaan

A
  • De hoeveelheid inkt die meegenomen wordt in het penseel. Bij weinig inkt droogt de penseelstreek sneller op.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt bij het mixerpenseel onder mix verstaan

A

-Met mix wordt de verhouding bepaald tussen de inkt in het penseel en de inkt op het papier. Bij een instelling van 100% wordt alle verf opgepakt van het papier en bij een instelling van 0% komt alle verf uit het reservoir. ( de instelling nat blijft bepalen hoe de verf wordt gemengd op het papier)

(Sample all layers, deze optie neemt de ondergrond uit alle zichtbare lagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de instelbare parameters voor het conventionele penseel?

A
  • Size
  • X en Y omdraaien
  • Angle
  • Roundness
  • Hardness
  • Spacing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke instellingen kunt u de haren in de mixer brush veranderen?

A
  • Shape
  • Bristles
  • Length
  • Thickness
  • Stiffness
  • Angle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de tekenopties voor de penselen

A
  • Shape Dynamics
  • Scattering
  • Texture
  • Dual Brush
  • Color Dynamics
  • Other dynamics
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat verstaan we bij de mixer brush onder Shape dynamics “vormdynamiek”

A
  • Hierbij wordt de variatie van de haarsporen in een kwaststreek beinvloed met jitter en een aantal andere factoren. Dit houdt in dat de haren in de kwast willekeurig andere hoeken vormen tov de ondergrond.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat verstaan we bij de mixer brush onder “scatter”

A
  • Spreiding bepaalt het bewegen van de haren in de penseelstreek en de richting van deze beweging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat verstaan we bij de mixer brush onder “transfer”

A
  • Hoe de verf gaandeweg de penseelstreek verandert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is “content aware filling” (Edit.> Fill)

A
  • Dan wordt de selectie gevuld met beeldinformatie uit de onmiddellijke omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is “history filling”?

A
  • De selectie wordt dan gevuld met de staat of de snapshot dat is aangewezen in het historyvenster.
17
Q

Wat is een patroon en Welke gereedschappen hebben een patroonoptie?

A

Een patroon is een repeterende afbeelding die u kunt gebruiken om een selectie te vullen. De gereedschappen zijn:

  • Emmertje,
  • Patroonstempel,
  • Retoucheerpenseel en
  • Reparatie
  • Verschillende opties binnen de laagstijlen.
18
Q

Hoe bepaalt u de richting van het verloop in eerste instantie?

A

Door een lijn te trekken waar het verloop begint en waar het eindigt dit geeft tevens de richting van het verloop aan.

19
Q

Wat is een radiaal verloop

A
  • een cirkel vormig verloop
20
Q

Wat is een Noise verloop

A

Hierbij worden de kleuren random (willekeurig) verdeeld over het verloop, binnen een op te geven bereik

21
Q

Waarom is omlijnen vanuit het edit menu minder gunstig?

A

Met Stroke omlijnen omlijnt u een selectie of een pad. Beter is het om het laageffect stroke te gebruiken, aangezien dit non-destructief en aanpasbaar is.

22
Q

Wat is een HUD kleurkiezer

A

Hiermee kan er tijdens het werken kleur gekozen worden in een contextueel menu. Dit werkt bij alle schilder en kleurgereedschappen waarin je met een voor of achtergrondkleur werkt.

23
Q

In welke hoofdgroepen kunnen we de overvloeimodi onderverdelen?

A
  • Normaal
  • Donkerder
  • Lichter
  • Contrast
  • Omkeren
  • Component
24
Q

Wat is een Mixer brush?

A
Het penseel laat zijn beinvloeden door twee kleuren de kleur in de kwast en die van de natte inkt op het papier. 
Kent drie soorten media:
- de kwast, 
- de airbrush
- tekenstift