Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

Jacques-Bénigne Bossuet

A

Geïnspireerd door Jean Bodin

De mens is niet in staat om met alleen de rede de weg naar God terug te vinden. Heeft leiding kerk en wereldlijke overheid nodig. Oorsprong in God. Monarchie meest natuurlijke regeringsvorm. God bepaalde wie er als koning wordt geboren, dus wie het volk bestuurt. Koning is dus uitverkorene om goddelijke wil op aarde te realiseren en orde bewaken. Persoon koning tijdelijk, ambt eeuwig.

De koning lijkt op God: zoals God de wereld en het universum bijeenhield, zo bestuurde de koning zijn vorstendom.

Veel godendom afzweren, dus soevereiniteit kan niet gedeeld worden. Vorst niet gebonden aan menselijke wetten. Moest wel tegenover God zijn beleid verantwoorden. Daarom bekommeren om onderdanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lodewijk XIV eerste regeerjaren

A

Opstan ‘Fronde’, Parlement van Parijs protesteerde tegen belastingverhoging. Edelen deden mee door te zeggen dat er te weinig rekening werd gehouden met hun rechten en belangen. Maar de verdeeldheid onder edelen, steden en parlementen zorgden ervoor dat monarchie touwtjes weer in handen kreeg.

Lodewijk ontwikkelde staatsapparaat die draaide om het leger. D.m.v. efficiënte belastingheffing, opbouw centrale bureaucratie, inmenging in de economie en toezicht op lokaal bestuur. Succesvol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lodewijk XIV wetten en recht

A

Ging verder met homologatiebeleid. Bepaalde rechtsgebieden systematisch hervormen. Bestaand recht vervangen door nieuwe ordonnanties. Onderdelen burgerlijk recht.

Lodewijk kon niet zomaar wetten uitvaardigen. Registratie + publicatie parlementen. Parlementen hebben rol van Etáts-Généraux overgenomen als volksvertegenwoordiging. Parlementen en rechtbanken hielden zich vast aan de gedachte van Hotman en De Bèze, gezag van de koning berust op verkiezing door het volk.

Parlementen niet alleen wetten registreren maar ook goedkeuren. Mochten wetten toetsen aan hogere rechtsnormen. daarnaast recht op remonstrantie: verzoekschrift met kritiek op wet. Koning moest persoonlijk naar parlement komen om registratie te bevelen. Uiteindelijk Lodewijk gewonnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lodewijk XIV dood, opvolgers

A

Lodewijk XV had parlement nodig om testament te wijzigen. Parlement kregen voorrechten terug. Bemoeienis koninklijk beleid. Evolutie ideologie 3 punten:
1) Fundamentele wetten staan boven de koning
2) Parlementen zijn de hoeders van die wetten, zelfs als dat politiek niet uitkomt
3) Instemming parlementen betekent instemming natie

Te radicaal dus voorrechten afgenomen. Lodewijk XVI gaf ze weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lodewijk XIV absolutisme?

A

‘Absolutistisch’ Goed voorbeeld voor andere vorsten in Europa. Bijvoorbeeld Willem III.

Was Lodewijk XIV zo absolutistisch?
Nee, hij had beperkte macht en afhankelijk bureaucratie. Moest gedwongen compromissen afleggen en samenwerken met edellieden en bourgeoisie.

Werkte samen door verschillende groepen tegen elkaar uit te spelen en beloonde medestanders met geld, titels en voorrechten. Stijl bleef ongeschikt voor crisismanagement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Britse economie

A

Enorme bevolkingssgroei.

1) Efficiëntere landbouw
2) Ambachtelijke nijverheid en mijnbouw gaan goed
3) Koloniale handel en vrachtvaart (India)
4) Landbouwkoloniën Noord-Amerika
5) Verovering Jamaica –> sterke positie suikerhandel

Initiatieven tot stand door overheidssamenwerking (East India Company). Zorgde voor vorming elite. Zoals handelaars, ondernemers en landeigenaren. Verzetten zich tegen overheidsoptreden dat hun niet dienden + eisten effectieve overheidsbescherming. Leidde tot spanning met vosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Jacobus I en Karel I

A

Jacobus I absolutist. Sterke monarchie (beïnvloed door Bodin) beste garantie fractiestrijd en anarchie. Jacobus I en Karel I autocratische regeringsstijl. Regeringsraad (50 leden) omzeilen door te werken met enkele ministers.

Naast ‘common-law’ rechtbanken (die toepassing lokale gewoonterecht een heel systeem heeft gemaakt) ook koninklijke rechtbank zoals Court of Chancery. Equity (billijkheid) centraal en Romeins- en canoniekrechtelijk ingekleurd. Hierdoor concurrerende rechtstraditie tegenover commonlaw rechtbanken.

De autocratische regeringsstijl leidde tot botsingen parlement. Britse wetten (statutes) kwamen tot stand samenwerking parlement en vorst. Koning zelf proclamations uitvaardigen over onderwerpen die niet gingen over fundamentele rechten. Conflicten belastingheffing. (Constiutionele tegenstellingen). Parlement ontbonden en oppositieleiders gearresteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Constitutionele tegenstellingen

A

> Belangrijke politieke vraagstukken

  • Meningsverschil koers Anglicaanse staatskerk.

Anglicaanse staatskerk ontwikkeld in conflict met Rome. Mix van lutheranen, gematigde calvinisten en katholieken.

Radicalere calvinisten (puriteinen) wilden kerk van binnen hervormen en van buiten groepeerden ze tot Independents of Congregationalists.

Jacobus I en Karel I voorstanders gematigd protestantisme + duidelijk hiërarchisch georganiseerde kerk. (Vermoeden dat Karel I eigenlijk rooms-katholiek was).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Buitenlandse politiek

A

Moest Engeland kiezen voor Spanje (economische belangen) of Republiek (protestanten)? Uiteindelijk Spanje (vanwege grote macht, katholieke bruiden en persoonlijke sympathieën).

1604: Vrede met Spanje. Huwelijk met Spaanse prinses mislukte –> nieuwe oorlog. Karel I huwelijk met Henriëtte Marie (zus Lodewijk XIII).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

The Great Rebellion & Civil War

A

Karel I had financiële steun nodig van parlement voor militaire operaties in Schotland. Werd geweigerd dus Karel ontbond het parlement. Na nederlaag had hij parlement weer nodig. Parlement gaf Karel I de ‘Grand remonstrance’: waarin ze hun grieven en vooral het kerkelijke beleid in samenvatten.

Vorst maakte plannen om oppositieleiders in hechtenis te nemen. Plannen lekten uit. –> Burgeroorlog onder leiding van Oliver Cromwell (puriteinse edelman).

Koos voor een democratisch gekozen krijgsraad die als spreekbuis diende voor Levellers. Zij wilden geloofsvrijheid en gelijkheid van alleen voor de wet. Oneens met deze principes? Dan werd je uit het Lagerhuis gezet. Speciaal tribunaal opgericht voor Karel I.. doodstraf!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Glorious Revolution

A

Soevereine macht bij parlement. Cromwell trok echter aan de touwtjes –> militaire dictatuur met belangrijke buitenlandse successen.

Cromwell dood –> republicanisme kreeg druk van monarchisten

1660 Monarchie herkomst. Karel II, meer rechten aan rooms-katholieken. Vrees voor Jacobus II. Conflict escaleerde bij machtsgreep Jacobus. Jacobus II stond tegenover parlement. Parlementsleden probeerden kroon te schenken aan Maria (protestantse dochter Jacobus), die getrouwd was met Willem III. Willem III van Oranje kwam met leger naar Engeland. Jacobus vluchtte naar Frankrijk. ‘Glorious Revolution’ verzekerde niet alleen protestante troonopvolging maar betekende ook parlementaire monarchie in Groot-Britannië. Willem III eiste als volwaardig koning te regeren, moest daarvoor Bill of Rights accepteren.

Glorious Revolution gezien als een conservatieve reactie op moderne monarchaal-bureaucratische tendensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bill of Rights (1689)

A

Constitutionele hoeksteen van Britse staatsbestel.
1) Jacobus II schendingen van vrijheden en rechten koningschap verloren.
2) Verhoudingen koningschap en parlement. Koning moest zich aan wetten houden en mag parlement niet benoemen/ontbinden. Parlement had controle over financiën en leger, twee belangrijke instrumenten waarmee macht koning kon worden ingeperkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Act of Settlement (1701)

A

Jacobus II mannelijke nakomelingen geen troonopvolging mogelijk.

Parlement greep op politiek versterkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Karakter Glorious Revolution

A

Conservatieve reactie op moderne monarchaal-bureaucratische tendensen.

“Herstel van oude rechten”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

John Locke

A

Sociaal contract

Natuurtoestand waarin overheidsgezag ontbreekt. Natuurwetten zoals leven, vrijheid en bezitsverdediging. Maar, eigenrichting. Geweld makkelijk escaleren.

Daarom sociaal contract, geweldsmonopolie wordt overgedragen aan de staat. Ieder mens behoudt dus fundamentele rechten maar eigenrichting in hand van staat. Staatsmacht dus aan strikte regels en doelen verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Descartes denkbeelden

A

Voet gekregen in universiteiten, die het eens waren met mechanistische denkbeelden.

Bestreden door aanhangers van de calvinistische Utrechtse theoloog Gijsbertus Voetius. Het cartesianisme (denkwijze Descartes) ondermijnde alle gevestigde religie, filosofie en wetenschap.

Werd ontkend door aanhangers Descartes. Waren aanhangers gereformeerde kerk en geloofden dat Descartes filosofie had gescheiden van theologie. Theologie was hetzelfde gebleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Spinoza denkbeelden

A

Veel radicaler dan Descartes. De Bijbel moest zeer kritisch gelezen worden Vannuit een natuurwetenschappelijk perspectief. God zou samenvallen met de natuur, werd door voetianen en cartesianen als gevaarlijk atheïsme bestreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verlichting belangrijk of niet?

A

Vitaliteit Verlichting nam in 18e eeuw af. Navolgers Descartes waren meer empirisch dan rationalistisch ingesteld. Kwam door Newton, die grote invloed in de Republiek kreeg.

19
Q

‘Fysio-theologie’

A

Uit waarneembare werkelijkheid met je verstand godsdienstige waarheden afleiden.

Met behulp van proefondervindelijke natuurkunde Newton kan de systematiek en orde achter de verschijnselen worden blootgelegd. O.p.d. uiteindelijk kennis van de gehele schepping worden verkregen.

Cartesiaanse deductieve wetenschap stopte door kritiek. In plaats daarvan combinatie inductieve (empirische) wetenschap en onvoorwaardelijk gereformeerde vroomheid beheersen de Nederlandse Verlichting.

Newton volgers en voetianen zorgden voor vervaging ideeën Spinoza.

Christian Wolff probeerde empirisme te combineren met systematische benadering van alle verzamelde kennis. Leiden door rede en protestantse vroomheid.

20
Q

Terug naar de oude machtige Republiek

A

Wetenschappen in de Nederlanden kwamen op de achtergrond, ook in de maatschappij drong het door.

1747: Frans leger binnentrok. Hierdoor algemene roep herstel stadhouderschap.

Ging ook om grotere deelname aan het stedelijke bestuur, tegengaan corruptie onder regenten.

Doelisten: Externe vertegenwoordigers van de protesterende massa’s. Eisten dat stadhouderschap erfelijk zou worden, gilden oude privileges en zetels in vroedschap bezet en verkocht zouden worden.

Prins Willem IV verving het meest staatsgezinde deel van de regenten. Werd dus stadhouder, door invloed van het volk. Wist provincies te binden en centrale gezag te versterken.

21
Q

1747: volk ontevreden

A

Er was te weinig gedaan voor de wensen van het volk. Er bleef dus onvrede. Hierdoor intellectuele grondslagen van het later patriotse programma ontwikkeld. Door debatten over de rol van het volk in de Nederlandse Opstand en de omwentelingen van 1618 en 1672. Geschiedenis was een politiek gekleurde interpretatie van het verleden, en ook was de geschiedenis een inspiratie voor de huidige politiek.

22
Q

Jean-Jacques Rousseau

A

Bouwt voort op Verlichting en wegbereider Romantiek. Rousseaus verheerlijking van de natuurlijke mens hoort bij de Verlichting (het de mens de mogelijkheid gaf om zich vrij en gelijk te ontwikkelen). Maar verlichtdenkers problemen met gedachte over dat privé-eigendom en maatschappelijke beschaving de nature goede mens corrumpeerden.

Natuurlijke mens meer instinctmatig dan rationeel. De mens heeft door beschaving oorspronkelijke morele zuiverheid verloren.

Zijn contract: Geen verdrag tussen individuen en soeverein, maar tussen vrije mensen die als volk soeverein zijn en blijven. De mens komt als authentiek politiek wezen naar voren dat zich vrijwillig verenigd heeft in een volmaakte gemeenschap die geregeerd zal worden in naam van de algemene wil.

23
Q

3 historische argumenten

A

1) Jonge Luzac en Paulus

–> Soevereiniteit lag altijd bij het volk, volkomen wettig. Alleen de gewestelijke staten konden soevereiniteit waarnemen.

2) Oudere Luzac en van Goens

–> Gematigde visie. Soevereiniteit bij volk, maar deze overgedragen aan gewestelijke staten als vertegenwoordiging volk

3) Kluit

–> Ontkent volkssoevereiniteit. Middeleeuwse graven van Holland hadden absolute macht. Met de Opstand was die overgedragen aan de Staten, die bevoegdheden delegeerden aan stadhouder. Geen ruimte participatie volk.

24
Q

Extra relevantie door Amerikanen

A

Sympathie Amerikanen –> handelaren Amsterdam hielpen. Britten boos, 1780 oorlog. Verzwakte Republiek kreeg het nog zwaarder. Koopvaardij tot stilstand, Sint-Eustatius veroverd, WIC verloor bijna al haar forten in Afrika en ook de VOC moest handelsposten afstaan.

Dit leidde tot nieuwe onrust.

25
Q

Patriotten begin

A

van der Capellen

  • Aan het volk van Nederland
  • Grondwettige Herstelling

patriotse geschriften, opgesteld door prominente patriotten

Deze geschriften gaan om de plaats en de vrijheid van het volk. Nederlandse Opstand was gefaald omdat de volksdeelname aan het bestuur is afgeschaft. –> 1581 toen Staten van Holland het de stadsbesturen verboden om schutterijen en gilden te raadplegen over gewichtige kwesties

Discriminatie lutheranen, katholieken, provincies zonder stemrecht. Zij behoorden volgens patriotse auteurs ook tot het Nederlandse volk. Volkssoevereiniteit is uitgangspunt. Deze pleidooien gezien als poging lessen Amerikaanse Revolutie toepassen Nederlandse situatie.

26
Q

Nederland democratisch door patriotten?

A
  • Grondwettige Herstelling is gebaseerd op bestaande, historische gegroeide instituties van de Republiek. Instellingen moesten echter democratische impuls krijgen vanuit schutterijen. Mochten niet langer onder bevel regenten staan, moesten worden aangevoerd door burgerverdedigingsraden. Daarnaast schutters actief deelnemen stedelijke politiek + militair ontwikkelen.

Patriotse auteurs afkeur Montesquieu en de constitutionele monarchie van hem. Liever mengvorm aristocratie en democratie. Schimmelpenninck wilde zelfs democratische republiek. Nadruk belangen gerdeugden en organiseren waarborgen corruptie, greep hiermee terug Gouden Eeuw, Opstand en het oude idee van res publica mixta.

27
Q

Pruisen?

A

In veel steden vroedschap toegeven patriotse eisen. Adam vroedschap afgeschaft en gedemocratiseerd.

Maar, buitenlandse interventie was beslissend. Pruisisch leger kwam binnendringen en herstelde orde en gezag stadhouder. Stadhouder was namelijk getrouwd met Wilhelmina van Pruisen. Nieuwe schutterijen werkten mee met herstel en patriotten vluchtten naar zuiden NL en Frankrijk.

Kwam raadspensionaris van de Spiegel (historicus) die het orangistische bestuur moest herstellen. Wilde Republiek hervormen en meer tot eenheid maken maar werd wel gehinderd door gevestigde belangen.

28
Q

Amerikaanse koloniën

A

Begin 16e eeuw Noord-Amerika gekoloniseerd door Engelsen. Midden 18e eeuw dertien koloniën. Inwonersaantal gestegen. Economisch gezien belangrijk mercantilistische systeem Groot-Britannië.

Drie typen koloniën:
1) Kroonkoloniën. Direct gezag onder de vorst.
2) Koloniën onder octrooi. Van een vennootschap.
3) Koloniën in eigenaarschap. Van een bepaald persoon.

Engelsen probeerden 17e eeuw greep versterken. Engelse structuur weerspiegelen. Koning vertegenwoordigd door gouverneur die werd bijgestaan door een regeringsraad en een vertegenwoordiging van de bevolking die gaandeweg zeggenschap kregen over wetgeving en interne belastingen.

29
Q

French and Indian war

A

Amerikaanse kolonisten kregen overhand Franse nederzettingen en inheemse stammen. Grenzen opschuiven. Britten ‘proclamation line’ verdere uitbreidingen niet toegestaan. Plannen permanente troepenmacht in te stellen vanuit Londen. Middel om Britse belangen te dienen. Maar vooral het belastingbeleid zorgde voor verzet kolonisten. ‘No taxation without representation’. Kolonisten volgden puriteinse-republikeinse beleid Engeland, dat na 1660 was afgeschaft.

30
Q

Gemengde constitutie?

A

Veel ideeën kwamen terug van Glorious Revolution. Kolonisten hadden sympathie gemengde constitutie. Gezien als ultieme vorm van gemengd bestuur tussen koning, lords en Commons. Life, liberty and estate werden enerzijds beschermd door soevereiniteit van parlement en andere kant common-law rechtbanken. Uitvaardiging Stamp act, Amerikanen wantrouwig Commons. Volgde Lagerhuis niet klakkeloos de vorst? Hoe Amerikanen vertegenwoordigd? Amerikaanse koloniën vielen misschien niet onder common-lawrechtbanken.

Constitutionele denkers beschouwden zich als volwaardige onderdanen koning. Recht op bescherming common-law rechtbanken. Niet eens dat Commons het algemeen belang vertegenwoordigen. Inplaats van virtual representation moest er actual representation komen. Belastingheffing? Toestemming nodig betreffende kolonie. Intrekken Stamp Act hielp met het gelijk krijgen.

31
Q

Boston tea party.

A

Tea act (handhaving theebelasting) zorgde voor onrust. Boston tea party (thee overboord gooien). Britse regering straffen met harde maatregelen. Eerste Continentale Congres besloot dat Britse parlement geen wetgevende of fiscale bevoegdheid had in Amerika omdat amerikanen niet vertegenwoordigd waren. (Wel nog trouw aan koning). Handelsboycot tegen Britten. Gevolg –> burgeroorlog

32
Q

Burgeroorlog Amerikanen en Britten

A

Britsen militair superieur. Amerikanen in eerste instantie alleen erkenning evenwaardig onderdeel Britse rijk. Hoopten verzoening koning. Totdat ze erachter kwamen dat ze landverraders werden genoemd. Thomas Paine pleitte voor uitroepen onafhankelijke republiek. Ideeën John Locke. Staat noodzakelijk kwaad om de chaos van de natuurtoestand te voorkomen. Zelfbestuur volgens Paine meest natuurlijke regeringsvorm. Zodra de staat buiten functionaliteit ging en dus onderdrukkend werd voor bevolking, mocht samenleving de regering omver werpen en veranderen. Absurd dat Britse regering heel continent op zo’n afstand wilde besturen.

33
Q

Onafhankelijkheidsverklaring 1776

A

Thomas Jefferson. Ideeën Locke. Amerikaanse volk viel onder natuurrecht en soevereiniteit over leven, vrijheid en najagen geluk. Regering instemming volk en instrument om volk te dienen. Aanhoudend machtsmisbruik kon volk regering afschaffen en vervangen.

Hierdoor internationale erkenning vooral Frankrijk en Spanje. Frankrijk en Spanje oorlog Britten (macht). Uiteindelijk 1783 Britten erkenning onafhankelijkheid 13 staten. Staten Amerika confederatie, samenwerkingsverband tussen staten. Afzonderlijke staten soeverein. Leek op Nederlandse Republiek.

34
Q

Federalist papers

A

NL republiek juist sterk door sterke staat Holland. Amerikaanse confederatie juist niet. Aantal zwakke plekken. Eigen weg en weinig gemeenschappelijke belangen. Amerikaanse handel dwarsgezeten. Daarom oproep nieuwe constitutie, moest wel geratificeerd worden door staten. Werd verdedigd in –> federalist papers.

= constitutie verdedigen tegen anti-federalisten. Belang sterke staat anarchie voorkomen. Mens eerder kwaad dan goed. Dus sterke staat nodig. Leger handelsbelangen verdedigen, belasting heffen om te financieren en schulden daarmee aflossen.

35
Q

Voorkomen tirannieke staat?

A

Mensen kiezen immer eigenbelang boven algemeen belang. Daarom gemengde staatsvorm van aristocratie, monarchie en democratie. Volkssoevereiniteit nog steeds belangrijk. Bevoegdheden toegekend vanuit volk aan staat.

Democratische staatsmacht: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Evenwicht want enerzijds gescheiden en anderzijds via checks and balances controleren.

Mandeville –> Private ondeugden hebben publieke voordelen. Toegepast op politiek. Concurrentie van individuele ambitie komt het gemeenschappelijk belang ten goede. Morele opvoeding, representatieve democratie op grote schaal toepassen. Factiebelangen kunnen zo worden omzeild en kiezers zullen op beste vertegenwoordigers stemmen.

36
Q

Franse Revolutie: begin

A

Meest vergaande en ingrijpende verandering op sociaal, politiek en juridisch vlak op het continent.

Oorzaken?
Misschien:
Dalende levensstandaard en armoede, landbouwproductie, belasting?

Belasting ook al zo tijdens het ancien régime.

Juristen?
Jonathan Israel zegt dat juristen en kooplieden belang hadden bij behoud status quo. Liever gematigde hervorming dan radicale revolutie.

De radicale Verlichting had juist veel invloed op de Revolutie.

37
Q

Radicale Verlichting

A

Diderot, Helvétius, d’Alembert en d’Holbach.
Democratie, etnische, seksuele gelijkheid, persoonlijke vrijheid van levensstijl, volledige vrijheid van denken, spreken en drukpers, uitschakeling religieus gezag en scheiding kerk en staat.

Gedachtegoed gepopulariseerd door redevoeringen, pamfletten en kranten (bredere lagen samenlevingen doordringen)

38
Q

États-Généraux

A

Bijenroepen E-G. Algemene institutionele en fiscale vraagstukken. Inperking standenonderscheid en inspraak derde stand bij wetgeving en gelijke verdeling fiscale lasten. Bijeenkomst liep mis. Drie standen, moeten ze alledrie stemmen of alleen afgevaardigde? En wie vertegenwoordigde natie? Koning, drie standen of derde stand? Sieyès zei derde stand (radicale fractieleider). Derde stand vormde natie terwijl andere standen economisch niet productief waren en dus parasiteerden verdiensten derde stand.

Derde stand hierdoor zelf E-G en veranderde het in Nationale Vergadering. redenen voor geestelijken en adel om over te lopen. Vergaderzaal zou gesloten worden. Nationale Vergadering legde eed af: niet verdrijven voordat Frankrijk nieuwe constitutie had. Koning bereid compromis maar kwam onder vuur te liggen.

Bestorming Bastille –> gevangenen vrijgelaten, kanonnen naar stadhuis en vrijheidshoed gehesen. Macht van koninklijke regering verschoof naar Nationale Vergadering.

39
Q

Machtsstrijd in Nationale Vergadering

A

3 stromingen:
1) Gematigd constitutioneel monarchisme (Mounier en Bailly)
2) republikeinse democratie, vertegenwoordigde democratie/direct (Sieyès, Mirabeau, Brissot, Condorcet en Bonneville)
3) Populistische stroming (Volksvertegenwoordiging onderschikt plaatselijke vergaderingen)
Robespierre en Marat

40
Q

Drie belangrijke besluiten

A

1) Decreet, privileges en clerus werden afgeschaft. Conservatieve tegenwoordigers voelden zich geïntimideerd.
Sèyes zei: alle privileges golden als onrechtvaardig en in strijd met hoogste doel politieke samenleving.

Twee kampen stonden hierdoor tegenover elkaar. Monarchiens (constitutionele monarchie) en jakobijnse factie (republikeins democratisch). Deze verklaring niet gelezen als natuurrecht van Hugo de Groot, goddelijke wil, maar dat gelijkheid grondbeginsel is van de natuurlijke orde.

Uiteindelijk instemmen met decreet.

2) Comité 5 personen. Ideeën van Rousseau, volk staat niet tegenover staat, maar gelijkstelling aan elkaar. Wetten en staatsinstellingen volkswil. Grondrechten absoluut behalve vijrheid menignsuitng en persvrijheid.

3) Debat koninklijk veto, koning tijdelijk metrorecht.

Koning instemmen? met moeite. Leidde tot ondergang. Koning en familie vluchten naar Parijs. Vanaf nu Lodewijk XVI schikken Nationale Vergadering.

41
Q

Grondwet

A

Uiteindelijk grondwet.Maakte Frankrijk constitutionele monarchie.

Feminisme wilden ze niet.

Koning vermoord. Robespierre (jakobijnen) grepen macht. Robespierre later doodgemaakt.

Koning vervangen door comité (directoire)

Napoleon kreeg macht. Vestigde autocratisch regime dat steunde op het leger.

42
Q

Nederlandse Republiek koninkrijk

A

NL Republiek volgde Franse Revolutie. In 1795 kregen patriotten de overhand in het orangistische bestuur. Zij riepen de Bataafse Republiek uit.

Patriotse meerderheid S-G –> bijeenroepen Nationale Vergadering.

Daarna ontwikkelingen snel.

Gedecentraliseerde statenbond met autonome gewesten ontwikkelden het land tot een centraal geleidde eenheidsstaat in 20 jaar.

43
Q

20 jaar

A

Nationale vergadering kwam samen. Federalisten (oude staatsstructuur), unitarissen (centraal bestuurde eenheidsstaat) en moderaten (gematigden).

Grondwet maken die kenbaar en begrijpelijk was. Mislukte wegstemming referendum.

Tweede Nationale Vergadering onderbroken door radicale patriotten. O.b.v. Franse constitutie nieuwe staatsregeling ontworpen. Trad in werking na stemming.

Staatsregeling weg met provinciale soevereiniteit. Bataafse Republiek eenheidsstaat en politieke macht gecentraliseerd in Den Haag. Radicale patriotten ten val gebracht in 1797. De gematigde voorstanders eenheidsstaat hadden macht maar konden niet goed omgaan met de nieuwe staatsvorm. Slechte uitvoering.
–> Aandrang Napoleon nieuwe staatsregeling. Volksvertegenwoordiging hoogste gezag en primaat verschoof naar uitvoerende macht (bestaande uit 12 personen). Napoleon betrok orangisten weer die tegenstellingen weer meebrachten. Dwarsboomden Napoleons doelen.

Ingrijpen door Napoloen, Schimmelpenninck werd raadspensionaris (nieuwe functie dus nu soort president). Grondslagen nieuwe nationaal belastingstelsel en onderwijswet. Schimmelpenninck vervangen door Lodewijk Napoleon, broer Napoloen. 1806 Constitutie voor het Koninkrijk Holland. Bataafse Republiek afgeschaft en monarchie met Lodewijk Napoleon aan het hoofd.

44
Q

Vervolg koninkrijk Holland

A

Lodewijk impulsief maar perfectioneerde eenheidsstaat. Zelfs als tegen belangen broer was. In 1810 inlijving door Franse keizer. Decreten regeleden rechtspraak en bestuur. Zoals code penalty civil. Maar, Napoleon verslagen en Hogendorp kwam met grondwet 1814. Nodigde Willem, zoon oud-stadhouder Willem V uit terug te keren.

Eenheidsstaat bleef intact. Volksvertegenwoordiging heette S-G. wetgevende macht. Hoe ver inperking Koninklijke macht? Koning veel macht. advies inwinnen Rvs.

Grondwet gewijzigd door bijeenkomst congres van wenen. België en Nederland 1. Maar tegenstellingen

Economie: België industrieel, Nederland handel.

Levenscbeschouwelijk: België katholiek, nL protestant.