Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

Ware correlatie

A

Correlatie die de gehele populatie betreft –> fluctueerd bij steekproeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sampling error

A

Random variatie in de getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Statistische significantie

A

Hoe waarschijnlijk is het om de correlatie in onze steekproef te observeren, als de correlatie in de populatie 0 is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nulhypothese

A

De correlatie in de populatie is 0
- r=0,01 –> heel waarschijnlijk, dus p=0,87
- r=0,05 –> waarschijnlijk, dus p=0,44
- r=0,08 –> best waarschijnlijk, dus p=0,32
- r=0,36 –> heel onwaarschijnlijk, dus p<0,001
de aanname dat r=0 is verworpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Statistische significantie (p-waarde)

A

p < 0,05 , bij deze p-waarde is de kans dat r=0 heel klein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Effect grootte

A

De sterkte van de relatie tussen de variabele –> Hoe hoger de r, des te lager de p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Steekproefgrootte

A

Hoe groter de steekproef, des te lager de p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Correlationeel onderzoek

A

Verklaring correlationeel verband –> x -> y, y -> x en x <- z -> y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Correlationeel onderzoek

A

Verklaring correlationeel verband –> x -> y, y -> x en x <- z -> y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Associatie

A

Er moet een verband/ correlatie zijn tussen oorzaak/ gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Temporal precedence

A

Oorzaak moet voor het gevolg hebben plaatsgevonden in de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bivariate correlation

A

Associatie met precies 2 variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mean

A

Gemiddeld –> scores in set gedeeld door het totaal aantal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Outlier

A

Score die erg ver afwijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Restriction of ranges

A

Absence van alle antwoorden van een variabele in bivariate correlation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Curvilineair association

A

Associatie die geen rechte lijn is

16
Q

Directionality problem

A

2 variabele gemeten rond dezelfde tijd

17
Q

Spurious association

A

Bivariate association voor verschillende means in verschillende subgroepen

18
Q

Moderator

A

Variabele die de relatie kan veranderen