Hoofdstuk 8 Flashcards
Ware correlatie
Correlatie die de gehele populatie betreft –> fluctueerd bij steekproeven
Sampling error
Random variatie in de getallen
Statistische significantie
Hoe waarschijnlijk is het om de correlatie in onze steekproef te observeren, als de correlatie in de populatie 0 is
Nulhypothese
De correlatie in de populatie is 0
- r=0,01 –> heel waarschijnlijk, dus p=0,87
- r=0,05 –> waarschijnlijk, dus p=0,44
- r=0,08 –> best waarschijnlijk, dus p=0,32
- r=0,36 –> heel onwaarschijnlijk, dus p<0,001
de aanname dat r=0 is verworpen
Statistische significantie (p-waarde)
p < 0,05 , bij deze p-waarde is de kans dat r=0 heel klein
Effect grootte
De sterkte van de relatie tussen de variabele –> Hoe hoger de r, des te lager de p
Steekproefgrootte
Hoe groter de steekproef, des te lager de p
Correlationeel onderzoek
Verklaring correlationeel verband –> x -> y, y -> x en x <- z -> y
Correlationeel onderzoek
Verklaring correlationeel verband –> x -> y, y -> x en x <- z -> y
Associatie
Er moet een verband/ correlatie zijn tussen oorzaak/ gevolg
Temporal precedence
Oorzaak moet voor het gevolg hebben plaatsgevonden in de tijd
Bivariate correlation
Associatie met precies 2 variabele
Mean
Gemiddeld –> scores in set gedeeld door het totaal aantal
Outlier
Score die erg ver afwijkt
Restriction of ranges
Absence van alle antwoorden van een variabele in bivariate correlation