Hoofdstuk 11 Flashcards
One group pretest/posttest design
1 groep doet pretest –> protest
- proefpersoon, voormeting, manipulatie, nameting
Maturation
Spontane verbetering door natuurlijke veroudering bijv.
History
Gebeurtenis tussen pretest en posttest
Testing
Prestest al een keer gemaakt
Attrition
Proefpersoonuitval –> beïnvloed het gemiddelde
Instrumentation
Het meetinstrument is veranderd
Progression to the mean
Levels van variabele gaan richting het gemiddelde
Obsuring factors
Effect die niet gevonden is
Statistische significantie bepalen
- 0-hypothese formuleren
- P-waarde berekenen
- Statistisch significant –> p<0.05
Zwakke manipulatie
Manipulatie geeft te zwak effect
Ongevoelig meetinstrument
2 opties –> goed of fout
Meer opties is meer variatie
Plafond en vloereffect
Iedereen scoort heel hoog of heel laag
Omgekeerde confounds
Laat effect verdwijnen
Meetfout
Niet betrouwbaar –> random variatie
Individuele verschillen
Mensen verschillen heel veel van elkaar
Omgevingsruis
Afleiding
Score spreiding vermeiden
- manipulatiecheck
- precieze meetinstrumenten
- within group design
- gebruik meer proefpersonen
- gecontroleerde omgeving
Confounds voorkomen
- spontane verbetering uitsluiten
- proefpersonen vergelijkbaar
- meerdere verschillen tussen condities
Obsuring factors voorkomen
- manipulatie sterk genoeg
- betrouwbaar meetinstrument
- niet te veel individuele verschillen
- niet te veel omgevingsruis
Power
Kans op p<0,05
Null effect
Onafhankelijke variabele maakt geen verschil