Hoofdstuk 5 Flashcards
Variabele maken
- Structuur = continue of categorisch
- Theoretische kern = wat is de theorie achter het gedrag
- Waarden = metingen
Operationalisatie
Het proces van een theorie meetbaar maken
–> probleem bij subjectieve antwoorden
Meetfout
Geobserveerde score = ware score + toevallige meetfout
Toevallige meetfout
Meetofut door toevallige factoren
Systematische meetfout
Het meetinstumetn slaat consistent uit
Test-hertest betrouwbaarheid
Een onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of het dezelfde resultaten oplevert, is dit niet het geval dan zijn de resultaten ook niet betrouwbaar
Inter-rater betrouwbaarheid
Geven 2 verschillende onderzoekers/ observeerders dezelfde waarnemingen
Betrouwbaarheid
Meer fouten is minder betrouwbaar –> hoge samenhang tussen 2 metingen is betrouwbaar = correlatie
Criterion validiteit
Hangt de maat samen met relevant gedrag (Tonen gelijke onderzoeken dezelfde resultaten
Bekende-groepen paradigma
Groepen waarvan gedrag al bekend is moeten overeenkomst vormen
Convergente validiteit
Hangt de maat samen met vergelijkbare constructen
Discriminante validiteit
hangt de maat neit samen met tegenovergestelde constructen
Conceptuele definitie
Construct in termen van de onderzoeker??
Fysiologische meting
Metingen van biologische data
Categorische variabele
Variabele in bepaalde groep