Hoofdstuk 7: De wetenschappelijke methode. (Trimester 3) Flashcards

1
Q

Deductie

A

Redeneervorm waarbij specifieke gevallen afgeleid worden van een algemene hypothese of uitspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Empirische cyclus

A

Stappenplan voor een onderzoek om kennis op te doen uit ervaring. De cyclus bevat zowel een inductieve als een deductieve fase, waarbij de theorie empirisch getoetst wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Falsificatie

A

Proces waarbij geprobeerd wordt om een hypothese door een experiment/observatie te weerleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypothese

A

Stelling die (nog) niet bewezen is, en die dient als uitgangspunt voor een experiment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inductie

A

Redeneervorm waarbij vanuit een aantal bijzondere gevallen wordt vertrokken om tot een algemene conclusie of stelling te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verificatie

A

Proces waarbij nagekeken wordt of de juistheid of echtheid van iets bevestigd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly