Hoofdstuk 2: Morele waarden in tijd en ruimte. (Trimester 1) Flashcards
Geef de definitie van moreel relativisme.
Opvatting dat er niet één moraal is voor iedereen die altijd en overal geldt. Het is afhankelijk van de normen en waarden van groepen of individuen.
Geef de definitie van moreel universalisme.
Opvatting dat er één moraal is die overal en voor iedereen altijd geldig is.
Geef de definitie van woke.
Bewust zijn van maatschappelijke problemen zoals racisme en discriminatie en die verwerpen.
Wat zijn sofisten?
Leraars die tegen betaling les gaven.
Wie is Protagoras en wat beweerde hij?
= Sofist
- ‘homo mensura’ (= mens is de maat van alle dingen)
- relativisme
Wat is Socrates en wat beweerde hij?
- niet eens met Sofisten
- rede -> morele waarheden ontdekken
- morele regels -> worden gevolgd ongeacht wat je denkt
= Universalist
Wat is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?
Deze verklaring bevat alle basisrechten van de mens (=universeel).
Opgesteld door de Verenigde Naties in 1948.
Geef drie Verlichtingsfilosofen.
Locke, Rousseau en Montsequieu
Geef een kritiek op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Het vertolkt een Westers mens- en wereldbeeld en dat wordt opgedrongen an de rest van de wereld.
= Mensenrechten-imperialisme