Hoofdstuk 7 Flashcards
Waardoor wordt het bovenste lidmaat bezenuwd?
Vooral plexus brachialis (C5-T1)
Verloop v. cephalica
Ontstaat in rete dorsale van de hand, loopt aan de laterale zijde en duikt in de deltoidopectorale groeve
Vene tussen v. cephalica en v. basilica
V. mediana cubiti
Uitstulping synoviaal membraan bij adductie schouder
Recessus axillaris
Origo m. rhomboideus maior
Proc spinosus van T2-T5
Functie m. teres maior
Extensie en endorotatie
Origo m. trapezius
Protuberantia occipitalis externa, linea nuchae superior, lig nuchae en proc spinosus van C7 tot T12
Innervatie m. levator scapulae
N. dorsalis scapulae, C3 en C4 (anterieure takken)
Functie m. infraspinata
Exorotatie
Functie m. teres minor en bezenuwing
Exorotatie, n. axillaris
Functie en bezenuwing m. teres maior
Endorotatie en extensie, n. subscapularis inferior
Functie en bezenuwing m. triceps
Extensie en adductie glenohumeraal, extensie voorarm, n. radialis
Waaruit ontstaat a. suprascapularis
Tr. thyrocervicalis, een tak van de a. subclavia
Functie m. pectoralis maior
Adductie, endorotatie, beetje flexie, hulpademhalingsspier
Functie en bezenuwing m. subclavius
Depressie van de schouder, stabiliseren clavicula, n. subclavius