Hoofdstuk 6 Flashcards

1
Q

Waaruit is labrum acetabuli opgebouwd?

A

Fibreus kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanwaar takt de a. capitis fermoris af?

A

Ramus acetabuli van de a. obturatoria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat ligt onderaan, achteraan de tibia?

A

Sulcus malleolaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk ligament hecht aan op de fossa malleoli lateralis?

A

Lig. talofibulare posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Origo m. solei

A

Linea m. solei, acrus tendineus muscusli solei, caput fibulae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat verhoogt het risico op ruptuur van de tendo calcaneus?

A

Bepaalde antibiotica (quinolonen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verloop m. flexor hallucis longus

A

Origo: distaal 2/3 van de fibula, membrana interossea cruris, septum intermusculare posterior cruris, instertio: basis eindkootje van grote teen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie onderste lidmaat

A

Lichaamsgewicht dragen, verplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Laterale aanhechting van het gewrichtskapsel van de heup

A

Linea intertrochanterica, posterieur: collum (proximaal van crista intertr)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontstaan lig. pubofermorale

A

Eminentia iliopubica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verloop tractus iliotibialis

A

Tuberculum cristae iliacae tot tibia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat ligt er in de femorale driehoek

A

A. en v. femoralis, n. femoralis, lymfevaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functie m. quadratus femoris

A

Exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functie m. gluteus minimus en medius

A

Stabilisatie van het bekken en abductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Functie m. tensor fasciae latae

A

stabiliseren knie en heup door tractus iliotibialis op te spannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functie m. gluteus maximus

A

Extensie en exorotatie, stabilisatie bij het rechtstaan

17
Q

Van welke arterie takt de a. glutea superior af

A

A. iliaca externa

18
Q

Functie m. sartorius

A

Knie: flexie, endorotatie, heup: flexie en exorotatie

19
Q

Functie m. gracilis

A

Flexie van heup en knie, adductie been

20
Q

Functie m. pectineus

A

Adductie, flexie van de heup

21
Q

Functie m. adductor longus

A

Adductie, endorotatie

22
Q

Functie m. adductor magnus

A

Endorotatie, adductie, achterste deel: extensie heup, voorste: flexie heup

23
Q

Verloop en functie van m. biceps femoris

A

Van tuber ischiadicum en labium laterale naar caput fibulae

Extensie heup, flexie klie, exorotatie

24
Q

Oppervlakkige vene dorsaal in het onderbeen

A

Vena saphena parva

25
Q

Communicerende tak van de n. peroneus communis naar de n. suralis

A

N. cutaneus surae lateralis

26
Q

Welke arterie bevloeidt de enkels?

A

A. tibialis anterior