Hoofdstuk 7 4havo Flashcards
Arbeidersklasse
De groep mensen die zelf geen productiemiddelen bezitten en alleen geld kunnen verdienen door hun arbeid te verkopen
Cultuurstelsel
Economisch systeem voor de exploitatie van Java: hierbij moest de bevolking een vijfde van haar grond bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt in ruil voor plantloon
Direct bestuur
Manier van besturen van een kolonie waarbij Europese ambtenaren de koloniale bevolking rechtstreeks besturen, zonder tussenkomst van een inheems bestuur
Economisch liberalisme
Het streven naar een economisch systeem waarbij de staat zich zo min mogelijk bemoeit met de economie en de ondernemer maximale vrijheid heeft
Indirect bestuur
Manier van besturen van een kolonie waarbij het inheemse bestuur ondergeschikt is aan het koloniale bestuur, maar wel blijft functioneren
Industrialisatie
Mechanisering van de arbeid
Industriële revolutie
Grote verandering in de samenleving waarbij industrie en verkeer steeds meer worden gemechaniseerd
Modern imperialisme
Het verschijnsel vanaf de 19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën gebruiken als producenten van grondstoffen en als afzetgebieden
Modern kapitalisme
Economisch systeem waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije arbeid goederen en diensten produceren met het doel zo veel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te verkopen
Nationalisme
Sterke voorliefde voor de cultuur van het volk waartoe men zich rekent en het streven naar de eenheid van dat volk binnen een nationale staat