Hoofdstuk 11 5havo Flashcards
atoomoorlog
Een oorlog waarbij de strijdende partijen kernwapens inzetten
blokvorming
Het ontstaan van groepen landen met hetzelfde economische en politieke systeem
containmentpolitiek
Amerikaanse politiek tijdens de Koude Oorlog die erop was gericht te voorkomen dat het communisme zich zou verspreiden en waarbij Amerikaanse steun werd beloofd en verleend aan landen die door het communisme werden bedreigd
dekolonisatie
Proces waarbij de koloniën onafhankelijk worden van het moederland
dominotheorie
Het idee dat als een land communistisch wordt de buurlanden zullen volgen
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
Van 1958 tot 1992 een economisch samenwerkingsverband tussen enkele Europese staten, met als doel het wegnemen van handelsbelemmeringen tussen de aangesloten staten
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
De eerste supranationale organisatie voor economische samenwerking in Europa, in 1951 opgericht door zes Europese landen om te zorgen voor stabiliteit in Europa
guerillatactiek
Militaire strijd door kleine, verwachte aanvallen met lichte wapens in plaats van grote veldslagen met tanks en vliegtuigen
hegemonie
Overwicht van een staat of een machtsblok over (een deel van) de wereld
Koude Oorlog
De permanente oorlogsdreiging tussen 1945 en 1989 tussen het communistische oosten onder leiding van de Sovjet-Unie en het kapitalistische westen onder leiding van de Verenigde Staten: beide blokken streden wereldwijd om invloed
Marshallplan
Economisch hulpplan van de Verenigde Staten om Europa na de Tweede Wereldoorlog economisch weer op de been te krijgen
neokolonialisme
Het verschijnsel dat westerse staten grote invloed hebben op voormalige koloniën, ook al zijn die formeel onafhankelijk
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)
Militair bondgenootschap tussen westerse landen die hebben afgesproken dat als een van de lidstaten wordt aangevallen, de andere militair te hulp zullen schieten
secularisatie
Het verschijnsel dat steeds minder mensen in een god of goden geloven
supranationaal
Gezegd van organisaties waarin een aantal staten zich heeft verenigd en die afspraken en regels aan die staten kunnen opleggen