Hoofdstuk 7 Flashcards
Welke misdrijven en welke procedures werden resp. in het strafwetboek en het Wetboek van Strafvordering door de “Wet inzake Informaticacriminaliteit” ingevoerd? Geef telkens een toelichting
Misdrijven
-Valsheid in informatica
-> Art. 210bis
-Informaticabedrog
-> Art. 504quater
-Ongeoorloofde toegang tot een informaticasysteem
-> Art. 550bis
-Data- en informaticasabotage
->Art. 550ter
-Belaging
-> Art. 442bis
-Verspreiden en bezit kp
-> Art. 383bis
Procedures
-inbeslagname
-> Art. 35
-databeslag, en netwerkzoeking
-> Art. 39bis
-Identificatie
-> Art. 46bis
-Historiek en localisatie
-> Art. 88bis
-Uitgebreid netwerkzoeking
->Art. 88ter
-Medewerkingsplicht
-> Art. 88quater
-Interceptie
->Art 90ter
Wat is “valsheid in informatica” (artikel 210 bis Strafwetboek - ‘Wet inzake Informaticacriminaliteit - 28/11/2000)?
Wijzigen, wissen of veranderen van de aanwending van gegevens in een informaticasysteem, zodat de juridische draagwijdte van deze gegevens verandert
Voor het misdrijf ‘valsheid in informatica’ (artikel 210 bis §1 Strafwetboek - ‘Wet inzake Informaticacriminaliteit - 28/11/2000) wordt bijzonder opzet vereist. Wat moet daaronder worden verstaan?
bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden (niet het louter onrechtmatig betreden van delen van het systeem)
Wat zijn resp. het materieel element en het moreel element van het misdrijf ‘informaticabedrog’ (artikel 504 quater Strafwetboek - ‘Wet inzake Informaticacriminaliteit - 28/11/2000)?
Materieel:
Door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in een informaticasysteem in te voeren, te wijzigen, te wissen, of met enig ander technologisch middel de normale aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen
Moreel: bedrieglijk opzet, het beogen van een onrechtmatig economisch voordeel
Wat is (volgens artikel 550 bis Strafwetboek - ‘Wet inzake Informaticacriminaliteit - 28/11/2000) het verschil tussen ‘interne’ en ‘externe’ hacking?
Externe hacking:
-Onrechtmatige toegang
Interne hacking:
-Rechtmatige toegang
Geef aan voor de volgende 3 stappen uit het verloop van dit misbruik, namelijk: “Een vorm van skimming is het kopiëren van gegevens opgeslagen op een betaal- of kredietkaart van een slachtoffer en tegelijkertijd ook de ingebrachte PIN-code registreren. Nadien worden de gekopieerde kaartgegevens weggeschreven op een zogenaamde ‘blanco’ kaart. Met die laatste kaart en de voorhanden PIN-code wordt dan de rekening van het slachtoffer gepluimd.”.
Het kopiëren van de, op de kaart van het slachtoffer, opgeslagen gegevens:
Informaticabedrog: Art. 504quater SWB
Verwerven van een bedrieglijk vermogensvoordeel. Door middel van gegevensmanipulatie.
Valsheid in informatica: Art. 210bis
Geef aan voor de volgende 3 stappen uit het verloop van dit misbruik, namelijk: “Een vorm van skimming is het kopiëren van gegevens opgeslagen op een betaal- of kredietkaart van een slachtoffer en tegelijkertijd ook de ingebrachte PIN-code registreren. Nadien worden de gekopieerde kaartgegevens weggeschreven op een zogenaamde ‘blanco’ kaart. Met die laatste kaart en de voorhanden PIN-code wordt dan de rekening van het slachtoffer gepluimd.”.
Het wegschrijven van de bekomen kaartgegevens op een ‘blanco’ kaart
Valsheid in informatica: Art. 210bis SWB
Wijzigen, wissen of veranderen van de aanwending van gegevens in een informaticasysteem
Informaticabedrog: Art 504quater
Gegevens in een informaticasysteem invoert, wijzigt, wis
Geef aan voor de volgende 3 stappen uit het verloop van dit misbruik, namelijk: “Een vorm van skimming is het kopiëren van gegevens opgeslagen op een betaal- of kredietkaart van een slachtoffer en tegelijkertijd ook de ingebrachte PIN-code registreren. Nadien worden de gekopieerde kaartgegevens weggeschreven op een zogenaamde ‘blanco’ kaart. Met die laatste kaart en de voorhanden PIN-code wordt dan de rekening van het slachtoffer gepluimd.”.
Het afhalen van geld aan een bankautomaat met de ‘blanco’ kaart door het invoeren van de geregistreerde PIN-code
Informaticabedrog: Art 504quater: Verwerven van een bedrieglijk vermogensvoordeel door middel van gegevensmanipulatie
Tijdens een strafrechtelijk vooronderzoek stuiten de onderzoekers op informaticatechnische moeilijkheden, die hen beletten om een informaticasysteem te benaderen en/of te onderzoeken. Kan de beheerder van het informaticasysteem (= geen verdachte) verplicht worden om toegang te verlenen tot het informaticasysteem. In voorkomend geval, op grond van welke wettelijk basis?
Volgens Art. 88quater SV kan met personen die het te onderzoeken informaticasysteem kennen, verplichten om bijstand te verlenen
Tijdens een strafrechtelijk vooronderzoek worden in bestanden op een informaticasysteem gegevens aangetroffen die duidelijk een bewijs vormen in het onderzoek. De bestanden kunnen evenwel niet gekopieerd worden. Welke juridisch-procedurele handelingen kunnen er gesteld worden?
Indien het kopiëren van data niet mogelijk blijkt, kan de onderzoeksrechter of de PdK de toegang verhinderen en hun integriteit te waarborgen
Artikel 39 bis Wetboek van Strafvordering voorziet in een aantal juridisch-procedurele handelingen ten aanzien van “data”. Geef een opsomming ervan:
-Kopiëren van gegevens om dragers van de overheid
-Blokkering van de toegang tot de gegevens en tot de kopiën
-Wissen van de gegevens
-Indien kopiëren niet mogelijk: gegevens worden geblokkeerd
-Algemene waarborg: kennisgeving over de gekopieerde, ontoegankelijk gemaakt of verwijderde gegevens
-Beveiliging: passende technische middelen om de gegevens te waarborgen
Hoe kan een profiel op/van een sociale netwerksite in een strafrechtelijk vooronderziek “geïdentificeerd” worden? Wie kan dit vragen? Op grond van welke wettelijke basis?
Identificatie van het IP-adres
PdK en onderzoeksrechter
Het recht om elektronische communicatiediensten- & middelen “te identificeren”
Hoe kan in een strafrechtelijk vooronderzoek een IP-adres “geïdentificeerd” worden? Wie kan dit vragen? Op grond van welke wettelijke basis?
Terugkoppelen van het ip-adres op een bepaald tijdstip naar een IAP-account & IAP-klant (Internet Access Provider)
Pdk en onderzoeksrechter
Het recht om elektronische communicatiediensten- & middelen ‘te identificeren’.
In een strafrechtelijk vooronderzoek wordt een Internet Service Provider (ISP) door een magistraat gevraagd (gevorderd) een IP-adres te “identificeren”. Welke verplichtingen heeft de ISP ten aanzien van die vordering?
Elke verplichting! Weigering om de gevorderde gegevens mee te delen, is strafbaar.
In een e-mailbericht wordt een ernstige bedreiging (= misdrijf) geuit aan de ontvanger van het bericht. Hoe en waar kan de ontvanger van het bericht (= slachtoffer) klacht indienen. Hoe verloopt het strafrechtelijk vooronderzoek?
Officieren gerechtelijke politie of onderzoeksrechter. Daarvan stellen ze een procesverbaal op dat aan de PdK wordt gegeven
Vooronderzoek:
-Verdachte proberen te identificeren en nagaan of er voldoende bezwaren tegen hem bestaan. (Verzamelen bewijsmateriaal)
-Mini-instructie -> daling gerechtelijk onderzoeken
-Vooronderzoek is geheim doch:
-Iedereen mag een kopie hebben van zijn ondervraging
-Verdachte en het slachtoffer hebben het recht om bij een gerechtelijk onderzoek inzage te vragen in het strafdossier
-Vooronderzoek is niet-tegensprekelijk
-Schriftelijk