Hoofdstuk 8-15 Flashcards
Hoofdstuk 8: Hoe wordt e-mailverkeer beschermd door de wet van 13 juni 2005 op de elektronische communicatie?
Verboden om:
Kennis te nemen van informatie die via elektronische weg is verstuurd maar niet voor ‘hem’ bestemd is
Personen identificeren die bij de overzending betrokken zijn
Gegevens inzake elektronische communicatie van een andere persoon te kennen
Informatie, identificatie of gegevens die met of zonder opzet werden verkregen, wijzigen, schrappen, kenbaar maken, opslaan of enig gebruik van te maken
Hoofdstuk 9: Welke maatregel werden in de wet voorzien in verband met de strijd tegen SPAM. Licht de maatregel kort toe.
Opt-in: reclame (elektronische post) mag enkel indien toestemming van de geadresseerde.
Opt-out: principiële machtiging, behoudens uitdrukkelijk verzet van de afnemer
Hoofdstuk 9: Wat wordt verstaan onder “mere conduit”?
= doorgeefluik -> zolang de dienstverlener zijn activiteit beperkt tot transport en het verschaffen van toegang, kan hij niet aansprakelijk worden gesteld
Hoofdstuk 9: Een website op het internet, die wordt gehost door een Belgische ISP, bevat illegaal materiaal. Welke verantwoordelijkheid heeft de Belgische ISP ten aanzien van die toestand/feiten?
Geen verantwoordelijkheid indien:
Geen kennis heeft van de onwettige activiteit of informatie
Indien wel kennis, informatie verwijderen of toegang gaan verhinderen
Indien de dienstverlener daadwerkelijk kennis heeft van onwettige informatie moet hij dit melden aan de PdK; tegelijkertijd hebben ze de mogelijkheid bewarende maatregelen te nemen (toegang verhinderen + gegevens beschermen)
Hoofdstuk 10: Waarop is internationale samenwerking in strafzaken gebaseerd?
Verdrag aangaande de uitlevering en rechtshulp in strafzaken (1962)
Omdat in de huidige wereld de “grenzen” zijn vervaagd door de virtuele wereld, is het voor een staat moeilijk om de criminaliteit effectief te bestrijden.
Hoofdstuk 10: Wat is internationale gerechtelijke samenwerking?
Samenwerking tussen verschillende staten om hulp te verlenen bij de strafrechtelijke opsporing en vervolging van misdaden
Hoofdstuk 10: Wat zijn de doelstellingen van het Cybercrimeverdrag?
Constitutieve elementen harmoniseren inzake misdrijven van het nationale materiële strafrecht.
Internationale samenwerking via grensoverschrijdende opsporingsbevoegdheden
Verdragstaten voorzien in de bestraffing van informaticamisbruiken
Hoofdstuk 10: Wat is de rol van resp. Europol en Interpol?
Europol: slagvaardigheid en samenwerking tussen bevoegde diensten van lidstaten verbeteren.
Interpol: ondersteunen van politieorganisaties bij het voorkomen en bestrijden van criminaliteit
Hoofdstuk 11: Welke ICT-technische handelingen sanctioneert het Sociaal Strafwetboek?
Aantasting van de vertrouwelijkheid van de gegevens van persoonlijke aard
Ernstige aantasting van de vertrouwelijkheid van de gegevens van persoonlijke aard
Vrijwillige aantasting van de vertrouwelijkheid van de gegevens van persoonlijke aard
Hoofdstuk 11: Hoe en volgens welk criterium worden de sancties ingedeeld in het Sociaal Strafwetboek en welke soorten van sancties kunnen worden uitgesproken? Geef een voorbeeld
Volgens de ernst van de inbreuk:
Niveau 1: Administratieve geldboete
Bv: overteding administratieve verplichtingen zoals de RVA-aangifte van tijdskredietgegevens
Niveau 2: Administratieve geldboete, strafrechtelijke geldboete
Vb: het niet of niet tijdig betalen van loon
Niveau 3: Administratieve geldboete, strafrechtelijke geldboete
Bv: inbreuk tegen uitlenen van personeel
Niveau 4: Administratieve geldboete, strafrechtelijke geldboete, gevangenisstraf
Vb: zwartwerk
Hoofdstuk 12: Een persoon is slachtoffer van ‘stalking’ via het internet. Licht toe hoe een strafrechtelijk vooronderzoek kan gestart worden en hoe het verder kan verlopen.
Dit op grond van welke wettelijk basis en van welke technische gegevens:
Bij de klacht zoveel mogelijk gegevens meegeven
Art. 442bis: artikel over belaging -> wordt zeer ernstig genomen!
Sporen en bewijzen omtrent het cyberpesten zullen gezocht moeten worden
Computeronderzoek, opvragen van verkeersgegevens bij telecomoperator of ISP
Hoofdstuk 13: Welke feiten/handelingen kunnen aantonen dat een domeinnaam ‘te kwader trouw’ werd geregistreerd?
Domeinnaam voor veel geld te koop aanbieden
Poging om internetgebruikers voor winstoogmerk naar eigen website te lokken
Merk of handelsnaam verhinderen hem te gebruiken als domeinnaam, wanneer deze daad kadert in een gewoontegedrag van de houder van de domeinnaam
Doel om handel van een concurrent te verstoren
Hoofdstuk 13: Hoe kan er in België tegen cybersquatting geprocedeerd worden?
Via ADR – Alternative Dispute Resolution. Speciale procedure gecreeerd door dns.be en CEPINA (Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie). Volledig schriftelijk, vlot en lage kosten
Hoofdstuk 14: Wat is het verschil tussen bedrog op het internet, gepleegd met behulp van informatica, informaticabedrog:
Het begrip ‘bedrog gepleegd met behulp van informatica’ of ‘bedrog op het internet’
1 of meerdere misdrijven waarvan minstens 1 verband houdt met het gebruik van informatica als communicatiemiddel
Elk type van fraudeschema!
Het begrip ‘informaticabedrog’ zoals voorzien in artikel 504 quater (Strafwetboek - ‘Wet inzake Informaticacriminaliteit - 28/11/2000)?
Door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in een informaticasysteem in te voeren, te wijzigen, te wissen of met enig ander technologisch middel (de normale aanwending) van gegevens in een informaticasysteem te veranderen
Hoofdstuk 15: Licht toe hoe het strafrechtelijk vooronderzoek verder kan verlopen, dit op grond van welke wettelijk basis en van welke technische gegevens.
Een persoon ontving ongewild een e-mail met 10 foto’s in bijlage. De foto’s betreffen duidelijk kp. De ontvanger van het bericht doet van het feit aangifte bij de politie.
Art. 46bis WSV: e-mailadressen identificeren en achterhalen
Art. 88bis WSV: verkeersgegevens doen opsporen elektronische communicatiemiddelen van waaruit elektronische communicatie werd gedaan
Art. 39bis WSV: Inbeslagname van het informaticasysteem van waarop het misdrijf is gebeurd.
