Hoofdstuk 6: Van de Zuidelijke Nederlanden tot 'La Belgique' (1815-1914) Flashcards

1
Q

Wat houden de Londense Protocollen in?

A
  • België wordt onafhankelijk en neutraal
  • onschendbaarheid van grondgebied wordt gegarandeerd door GB
  • zuiden moet helft van openbare schuld van VKN op zich nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom was bijna iedereen in het Zuiden tegen de vernederlandsing van het VKN?

A
  • Franstalige burgerij
  • clerus
  • gewone volk
  • Waalse bevolking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom waren Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden bij het Congres van Wenen gedwongen om te herenigen?

A
  • buffer tegen Frankrijk
  • compensatie voor Willem I
  • evenwicht bewaren in Europa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom had Willem I een vruchtbare onderwijspolitiek?

A
  • kosteloos lager onderwijs
  • lycea worden athenea
  • 7 nieuwe rijksuniversiteiten (o.a. Gent)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was het doel van de vernederlandsing van het VKN?

A

eenheid vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom was er aanvankelijk een economische crisis in de politiek van Willem I?

A
  • verlies van kolonies
  • verlies van de Franse afzetmarkt
  • wegvallen van Continentale Blokkade
  • enorme staatsschuld
  • misoogsten als gevolg van Tambora
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke scheiding van de machten is er in de Belgische grondwet?

A
  • wetgevende macht aan het parlement: Kamer van Volksvertegenwoordigers (+ Senaat)
  • uitvoerende macht aan de regering: ministers
  • rechtelijke macht aan onafhankelijke rechtbanken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pasten Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen? Nee, want…

A
  • ze hebben een verschillende godsdienst
  • Zuiden 23 jaar onder Franse bezetting, Noorden maar 3 jaar
  • Noorden had minachting op Zuiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat waren de twee fundamentele bedoelingen van de Belgische grondwet?

A
  • het vestigen van een zo groot mogelijke vrijheid
  • het vestigen van een parlementaire staat, waar alle macht toekomt aan de rijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de godsdienstpolitiek van Willem I?

A
  • wilde Kerk onder zijn macht brengen
  • sloot concordaat met paus om verzet van katholieken te bedaren
  • gevolg: protest van protestanten
  • paste daarom concordaat niet goed toe en kreeg zo iedereen tegen zich
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke omstreden taalpolitiek voerde Willem I?

A

vernederlandsing van het VKN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was het voorstel van de commissie op de Conferentie van Londen?

A
  • Willem I krijgt uitvoerende + rechterlijke macht + deel van wetgevende macht
  • Staten-Generaal bestaat uit twee kamers, waarvan één door koning benoemd
  • ministers zijn alleen verantwoordelijk voor koning
  • twee hoofdsteden: afwisselend Den Haag en Brussel
  • enkele fundamentele vrijheden (bv. godsdienst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe is de Belgische onafhankelijkheidsstrijd ontstaan en verlopen?

A
  • onder invloed van Parijse Julirevolutie
  • sociale opstand
  • uitroeping van onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pasten Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen? Ja, want….

A
  • vormen geografisch geheel
  • vullen elkaar economisch aan (N: kolonies, Z: industrie)
  • ze hebben gedeeltelijk eenzelfde geschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar werden de praktische problemen rond de eenmaking van Noord en Zuid geregeld (bij het Congres van Wenen)?

A

op de Conferentie van Londen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Continentale Blokkade?

A

verbod op invoer van Engelse producten in Amerika

17
Q

Wat waren de resultaten van de maatregelen die Willem I ondernam tegen de economische crisis?

A

vanaf 1820 een economische bloei, maar overgrote meerderheid van de zuidelijke bevolking leefde in grote armoede

18
Q

Wat is de inhoud van de Belgische grondwet?

A
  • scheiding van de machten
  • scheiding tussen Kerk en staat
19
Q

Welke maatregelen ondernam Willem I tegen de economische crisis?

A
  • staatssteun aan bedrijven
  • grote infrastructuur (kanaal Gent - Terneuzen)
  • protectionisme
20
Q

Wat was waren de resultaten van culturele politiek van Willem I?

A
  • ontstaan Groot-Nederlandse beweging (olv. Jan Frans Willems)
  • de taalpolitiek zorgde voor de kiemen van de latere Vlaamse beweging (de kleine groep die in het Nederlands was opgeleid, beschouwde die taal vanzelfsprekend als de cultuur- en bestuurstaal)
21
Q

Wat was de houding van de grote Europese staten tov. de Belgische onafhankelijkheid?

A

tegen: Rusland, Pruisen, Oostenrijk
voor: Groot-Brittannië, Frankrijk

22
Q

Waarom had de ontevredenheid van het Zuiden bij het voorstel van de commissie geen effect?

A

grondwet werd zowel in Noord als in Zuid aanvaard door ‘Hollandse rekenkunde’ (verdraaien van cijfers)

23
Q

Welke onafhankelijke rechtbanken zijn er in België?

A
  • vredegerecht / politierechtbank
  • rechtbank v. eerste aanleg
  • hof v. assisen
  • hof v. beroep
  • hof v. Cassatie
24
Q

Welke uitzondering is er op scheiding tussen Kerk en staat in België?

A

geestelijken van de erkende godsdiensten worden betaald door de overheid

25
Aan wie werd als eerste het koningschap van België aangeboden?
aan de hertog van Nemours -> veto van Groot-Brittannië
26
Wat deed het Nationaal Congres van België in afwachting van een definitieve oplossing bij de keuze van het staatshoofd?
het Congres koos een regent: baron Surlet de Chokier
27
Wie werd uiteindelijk de troon van België aangeboden?
Leopold van Saksen Coburg Gotha
28
Hoe maakt en stemt het parlement (Kamer) de wetten?
Wetsvoorstel (parlementslid) / wetsontwerp (minister) -> inoverwegingneming door de Kamervoorzitter -> bespreking en goedkeuring in een commissie -> bespreking in de Kamer -> stemming in de Kamer -> ondertekening door de koning -> publicatie in het Belgisch Staatsblad
29
Hoe evolueerde de Belgische staat?
- 1830: unitaire staat: 1 regering/parlement voor heel grondgebied - 1995: federale staat: onderverdeling in deelstaten met elk eigen bevoegdheden - streven naar confederale staat (losse statenbond)