Hoofdstuk 6 Kostencalculaties Flashcards

1
Q

Wat is een break-evenanalyse?

A

Door middel van deze analyse wordt berekend bij welke verkoophoeveelheid alle kosten (vast en variabel) juist worden gedekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bereken je de break-evenafzet?

A

Vaste kosten / (verkoopprijs ps. - variabele kosten ps.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe berken je het net result?

A

Totale kosten + Netto winst = Totale opbrengst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 5 zaken zijn key bij het calculeren van de break-evenanalyse?

A
  1. Ongeacht de grootte van de omzet, de verkoopprijs moet gelijk blijven.
  2. De productie is steeds gelijk aan de verkopen.
  3. De vaste kosten zijn constant
  4. De variabele kosten wijzigen proportioneel
  5. Er wordt één product of één product combinatie geproduceerd en verkocht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is prijsdiscriminatie?

A

Dit is het zelfde artikel verkopen op verschillende markten tegen verschillende prijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is prijsdiscriminatie mogelijk?

A
  • Wanneer de producent een monopolistische positie inneemt.

- De markten gescheiden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe bereken je het verkoopresultaat?

A

Afzet x (verkoopprijs - kostprijs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je het bezettingsresultaat?

A

(Werkelijke productie - normale productie) x constante kosten / normale productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen de variabele kostencalculatiemethode & de intergrale kostencalculatie?

A

Bij de variabele kostencalculatiemethode worden alle vaste kosten ten laste van de winst in de huidige periode gebracht. Bij de intergrale kostencalculatie komen de vaste kosten van de verkochte aantallen ten laste van de winst, verminderd met een positief of vermeerderd negatief bezettingsresultaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de differentiële calculatie?

A

Bij deze calculatie wordt de differentiële opbrengst vergeleken met de differentiële kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat verstaan we onder differentiële opbrengst?

A

Dit is de extra opbrengst van de extra afzet, als gevolg van bijvoorbeeld een incidentele order.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat verstaan we onder differentiële kosten?

A

Dit zijn de extra kosten van de extra productie die is vereist in verband met een incidentele order. Vaak bestaat dit alleen uit variabele kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je de veiligheidsmarge?

A

(Verwachte afzet - break-evenafzet)/ verwachte afzet x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly