Hoofdstuk 6 Flashcards
Machtsmiddelen (2)
- Persoonsgebonden
- Positiegebonden
Positiegebonden machtsmiddelen (3)
- Economische
- Informationele
- Legitimiteit
Persoonsgebonden (4)
- Werkgerelateerde deskundigheid
- Relationele deskundigheid
- Samenwerkingsdeskundigheid
- Aantrekkelijkheid
Machtsgebruik (4)
- Coöperatief
- Confronterend
- Formeel
- Inspelen op gevoelens
Coöperatief machtsgebruik
Mensen worden overgehaald om iets te doen in overleg.
Confronterend machtsgebruik
Mensen worden geprest om iets te doen
Formeel machtsgebruik
Zelf bepalen wat een persoon doet
Relatiegerichte stijl
Focus ligt op de goede relaties op te bouwen
Taakgerichte stijl
Wordt er vooral gefocust op een goede taakuitvoering
Directieve stijl
Bepalen wat een ander gaat doen
Participatieve stijl
De leider betrekt zijn ondergeschikten.
Situationeel leidinggeven (4)
- Sturen
- Ondersteunen
- Motiveren
- Delegeren
Management by objectives
Leidinggevenden en medewerkers maken samen een hoog maar haalbaar doel.
Strategische top: