hoofdstuk 5.1 Flashcards
Binnenlandse migratie
Verhuizen binnen eigen land.
Buitenlandse migratie
Verhuizen naar een ander land.
Een emigrant
Mensen die weggaan uit je land
Een immigrant
Mensen die naar je land verhuizen
Arbeidsmigranten
Mensen die verhuizen naar een ander (welvarender) land, omdat ze daar een betere toekomst verwachten >
Economische redenen: beter werk en inkomen.
Internationale studenten
Een student die in een ander land gaat studeren dan waar hij is opgegroeid.
Veel blijven daar vaak, omdat ze daar werk vinden.
Vluchtelingen
Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of omdat ze vervolgd worden vanwege hun geloof, mening of seksuele voorkeur > politieke redenen.
Asielzoeker
Iemand die op de vlucht is en erkenning als vluchteling zoekt.
Gezinsmigrant
Iemand die verhuist omdat hij een migrant volgt > sociale redenen
Gezinshereniging
Het laten overkomen van gezinsleden van een migrant die zelf al eerder vetrokken is.
Gezinsvorming
Het laten overkomen van een partner uit het herkomstland door een vrijgezelle migrant.
Redenen voor mensen om te migreren:
Arbeidsmigrant
Internationale studenten
Vluchtelingen (asielzoekers)
Gezinsmigranten
Gezinshereniging
Gezinsvorming
Natuurrampen
Aspiraties
De wens om de eigen situatie te verbeteren.
Wie emigreren vooral?
Jongeren
Hoog opgeleiden
Mensen met geld
Mensen met veel contacten
Kettingmigratie
Dat eenmaal gestarte migratie vaak leidt tot meer migratie, omdat gevestigde migranten nieuwe migranten helpen via migratienetwerken.