Hoofdstuk 5: thanatologie Flashcards

1
Q

Vitale fase

Ante-mortem

A

Je blijft vitale kenmerke tonen. Het lichaam blijft pogingen ondernemen om het letset te herstellen.

Is afwezig bij letsels die na de dood zijn ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Somatische dood

A

Hersenstamdood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Agonale fase

A

Sterfproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Desintegratieproces

A

Afsterven van de cellen nadat de persoon overlijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Supravitale fase

A

De fase tussen de somatische dood en de cellulaire dood

Veranderingen ten gevolgen van intbinding, beginnen zich dan voor te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klinische dood

A

Iemand die geen waarneembare tekenen van leven vertoont

De spontane ademhaling en hartwerking is hier stilgevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schijndood

A

Alle vitale functies zijn verminderd en niet meer uitwendig waarneembaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hypostase

A

Door de zwaartekracht verplaatst het vloeibaar bloed zich en stapelt het zich op in de lagere gebieden van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vibices

A

Lijkvlekbloedingen. Het zijn postmortale bloedingen, meestal ter grootte van een speldenknop en beperkt tot de gebieden waar lijkvlekken aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Regel van Nysten

A

Lijfstijfheid begint van boven naar onder en van centraal naar perifeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cataleptische rigor

A

Sommige spiergroepen slaan de fase van spierverslapping over en gaan direct naar lijkstijfheid. Dit treedt op na heftige spiercontracties.

! Beperkt tot de bovenste ledenmaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Soorten ontbinding

A
  • Putrefactie: rotting
  • Mummificatie
  • Adipocire
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Groene abdominale rottingsvlek

Rotting

A

Is het eerste teken van rotten en ontstaat na 36-48 uur. Het begint bij de buik en verspreidt zich dan over het lichaam.

In de tweede fase kleurt deze donkerbruin of zwart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Epidermolyse

Rotting

A

Opperhuid komt los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rottingsflycteen

Rotting

A

Rottingsblaren, de huid komt los en vult zich met gas/vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mummificatie

A

Het uitdrogen van weefsel, waardoor bacteriën de putrefactieveranderingen niet hebben kunnen aanbrengen.

Partiële mummificatie is ook een ding

17
Q

Adipocire

A

Vorming van lijkenvet. Gebeurd bij lichamen die een lange tijd in een koude en vochtige omgeving vertroeven.

= verzeping

18
Q

Studie van Mallach

A

Een vuistregel die men gerbruikt in de eerste oriënterende fase. Het gaat rekening houden met lijkstijfheid in combinatie met temperatuur.

  • Warm lijk zonder rigor = minder dan 3u dood
  • Warm lijk met rigor = 3-8u dood
  • Koud lijk met rigor = 8-36u dood
  • Koud lijk zonder rigor = laner dan 36u dood
19
Q

Vuistregel van Moritz

A

De eerste 3u na een overlijden is er geen lichaamsafkoeling, daarna verliest men per uur een graad.

! Enkel in normale situaties, zonder extremme omstandigheden of bij kinderen

20
Q

Forensische entomologie

A

Studie van de levenscyclus van insecten en maden, aangezien maden worden aangetrokken tot kadavers.

21
Q

Entomotoxicologie

A

Analyse van geleedpotigen die zich voeden aan dood vlees