Hoofdstuk 4: Schizofrenie en psychosespectrumstoornissen Flashcards
Wanen
Een overtuiging over de interpretatie van een situatie, die niet overeenkomt met een algemeen geaccepteerde opvatting en waaraan wordt vastgehouden zonder voldoende grond, ondanks bewijzen van de onjuistheid ervan.
Betrekkingswaan
Prikkels interpreteren alsof ze betrekking hebben tot de persoon zelf.
Paranoïde waan
Overtuigingen gebaseerd op achterdocht.
Beïnvloedingswaan
Overtuiging dat bepaalde gedachten, gevoelens of handelingen bestuurd worden door krachten van buitenaf.
Grootheidswaan
Overtuiging dat de persoon over buitengewone mogelijkheden, intelligentie en vaardigheden beschikt.
Bizarre wanen
Zijn onmogelijk waar.
Niet-bizarre wanen
Kan waar zijn, ook al zijn deze heel onwaarschijnlijk.
Waanachtige opvatting
Waan waarbij enige twijfel mogelijk is. De persoon zelf is minder overtuigd van zijn waan.
Primaire waan
Plotseling ontstaan van een waan met een allesoverheersende overtuigingskracht.
Secundaire waan
Ontstaat om de onwaarschijnlijke ervaring te verklaren.
Waansysteem
Een complex van samenhangende wanen.
Hallucinaties
Zintuigelijke ervaringen die als werkelijkheid wordt ervaren, maar die niet overeenkomt met wat er in de realiteit gebeurt.
Kortdurende psychotische stoornis
Plots voorkomen van wanen, hallucinaties of gedesorganiseerd denken/gedrag.
Schizofreniforme stoornis
Zelfde symptomen van schizofrenie, maar duurt minder dan 6 maand.
Schizoaffectieve stoornis
Minstens 2 zelfde symptomen van schizofrenie, met de aanwezigheid van een depressieve of manische episode.
Jumping to conclusions
De neiging om in onzekere situaties met verschillende mogelijke verklaringen op grond van weinig informatie te komen tot een conclusie.
Aandachtsbias
Proces waarbij stimuli uit de omgeving geselecteerd worden voor verdere verwerking.
Interpretatiebias
We gaan een verklaring zoeken voor hetgeen we waarnemen.
Theory of mind
Mogelijkheid om opvattingen, attitudes, emoties en intenties van anderen af te leiden.