Hoofdstuk 4: maatschappelijke benadering van bestraffing Flashcards

1
Q

Penaliteit volgens Garland verwijst naar

A
  • Interne complexiteit
  • Culturele elementen
  • Relatie tussen bestraffing en de organisatie van de samenleving

=> sociologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Expressief perspectief - Durkheim

A

Bestraffing als uiting van allerlei
gevoelens die in de samenleving leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 dimensies van straffen

Expressief perspectief - durkheim

A
  • Functionalistisch: straffen als bindmiddel tussen mensen
  • Moreel/emotioneel: goed en kwaad
  • Dragers van waarden en gevoelens (die in de samenleving leven)

=> bevestigende en integratieve functie

Straffen en wetten als morele orde van sociale solidariteit

! weinig rekening met ander waarden en normen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Show cases

Expressief perspectief - Durkheim

A

Geven een bepaalde boodschap mee aan de hand van bestraffingsrituelen

Vb. openbare zitting als bevestiging van de morele orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociaal-economisch perspectie - Marxisme

A

Straf als ideologisch instituut dat de ongelijkheid in de samenleving legitimeert en in stand houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Less(er) eligibility

A

De materiële situatie in de gevangenis mag niet hoger zijn dan de materiële situatie n de laagste sociaaleconomische klasse in de samenlevening.

Anders zou de gevangenisstraf te weinig afschrikkend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Modernisering/ rationaliseringsperspectief - Weber

A

Technische kennis komt in de plaats van traditit en gevoelens. We gaan alles in procedures gieten.

Bueaucratiseren, professionaliseren en reationaliseren van bestraffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Psychosociaal perspectief - Elias

A

Bestraffing hangt samen met de psychosociale en ethische gevoeligheden van mensen. Heeft te maken met tolerantie.

=> verandering in de samenleving

Bepaalde emoties worden minder getolereerd op een bepaald moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Crime incarceration disconnect

A

Er is een relatieve onafhankelijkheid tussen de omvang van criminaliteit en de omvang van de gevangenispopulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Civilisatieproces

Psychosociaal perspectief - Elias

A

Langdurig blind proces van maatschappelijke, culturele en psychologische verandering, zowel individueel als collectief.

! Is geen doelgericht orices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dynamische visie bestraffing

A

Bestraffing als een maatschappelijke constructie. De samenleving beweegt en straffen dus ook.

Ook kijken naar macro-, meso- en microniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Externe factoren

Dynamische visie

A

Demografische en economische ontwikkelingen

Macro: maatschappelijke context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Interne factoren

Dynamische visie

A

Strafrechtelijk systeem

Meso: organisatie & SRB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Intermediaire factoren

Dynamische visie

A

Publieke opinie, media en politiek

Macro: maatschappelijke context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Conscience collective

Durkheim

A

Geheel van waarden, gevoelens en overtuigingen die als gemeenschappelijk worden ervaren bij leden van een samenleving

= consencusdenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bestraffingsritueel

Durkheim

A

Heeft als functie om de saamhorigheid in de samenleving te benadrukken

= punitive passions

16
Q

Onderbouw

A

Economische verhoudingen, de onderbouw gaat de wetten mee bepalen

17
Q

Bovenbouw

A

Recht, politiek, religie… De bovenbouw wordt mee bepaald door de onderbouw

18
Q

Doel van de straf volgens Foucault

A
  • Disciplinering van de gedetineerde via herhaalde technieken
  • Gevangenis als observatiecentrum
  • Macht als een totaal, autonoom en onzichtbaar fenomeen, overal aanwezig in de samenleving
19
Q

Deciviliserende krachten

Elias

A
  • Stijging sociale onzekerheid
  • Angstgevoelens
  • Stijgende ongelijkheid
  • Toenemende spanning tussen groepen
  • Toenemende onpersoonlijke controle