Hoofdstuk 3: penologische doelstellingen, recidive en effectiviteit van straffen Flashcards

1
Q

Instrumentele doelstellingen

A

Straffen als instrument in het kader van criminaliteitsbeheersing. Men wil gedragsbeïnvloeding nastreven. (Zwaard)

Policing society

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intrinsieke doelstellingen

A

Rechtsbeschermende functie (schild)

Policing the police

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Organisationele doelstellingen

A

Context die mee bepaalt wat mogelijk is en hoe de doelstellingen worden nagestreefd

= er zijn verschillende doelstellingen binnen de organisaties zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Retributivisme

Straftheorie

A

Vergelden: men gaat reageren op wat er mis is gegaan in het verleden

Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Utilitarisme

Straftheorie

A

de straf moet nut hebben: gaat kijken naar de toekomst

Preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Herstelbenadering

Straftheorie

A

Relatie tussen dader en SO + samenleving proberen herstellen

Slachtoffer krijgt hier veel aandacht

Christie => conflict teruggeven aan het slachtoffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metafysische vergelding

Vergelding

A

Een misdrijf is de schending van een superieure orde en moet dus steeds vergolden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Empirische vergelding

A

Verwijst naar concrete gevoelens in de gemeenschap. Bij het stellen van een misdrijf is er vaak onvrede of een negatieve emotie. Om eigenrichting te voorkomen, moet de overheid reageren.

! Populist punitiveness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Just desert - Von Hirsch

A

Als reactie op het positivisme waar behandeling centraal stond.

Willen terug naar het vergeldingsidee en gaan een sterke focus leggen op proportionaliteit

Bij het positivisme was de duur van de straf niet meer proportioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Generale preventie

Utilitarisme

A

Het voorkomen dat anderen feiten gaan plegen

Werkt op 4 manieren:
- Normering: de sanctie herbevestigd de norm
- Afschrikking: focussen op pakkans
- Vredemaking
- Onschadelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Absolute afschrikking

Onderzoek afschrikking

A

Een bestaan van een strafrechtssteem zorgt voor een vorm van afschrikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Marginale afschrikking

Onderzoek afschrikking

A

Variëren van strafzwaarte en pakkans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Speciale (individuele) afschrikking

Utilitarisme

A

Vermijden van recidive bij al gekende delinquenten

3 doelen:
- Afschrikking door ervaring
- Onschadelijkmaking
- Verbetering: resocialisatie - reïntegratie - rehabilitatie

Vertrekt vanuit consensusperspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Re-integratie

A

Focus op de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rehabilitatie

A

De kansen die de samenleving biedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

RNR

Tool om recidive te beheersen

A
  • Risk: intensiteit van de behandeling aanpassen aan het risico
  • Need: focussen op dynamische factoren
  • Responsivity: de behandelingsstijl moet aansluiten bij de leerstijl van de persoon

! kritiek = good life model: te nauwe focus op de recidive

17
Q

Holistische benadering - Krikwood & McNeill

A

Gaan een uitgebreidere visie op re-integratie proberen introduceren

Vier kernpunten:
1. Persoonlijke re-integratie: wat de persoon zelf voelt
2. Legale rehabilitatie: het strafblad
3. Sociale rehabilitatie: wat de SURB verwachten van de mensen die vrijkomen
4. Morele rehabilitatie: wordt de persoon terug aanvaardt in de samenleving

18
Q

Reintegrative shaming

Herstelbemiddeling

A

Een gevoel van schaamte geven aan de dader omdat hij het slachtoffer onder ogen moet komen

19
Q

Verenigingstheorie

Hybridemodel van straftheorieën

A

Combineert retributivisme en utlitaristische doelstellingen (verbetering)

Er is een relatieve autonomie van de strafuitvoering ten opzichte van de straftoemeting

Rechter kijkt naar vergeldende doelstellingen en de strafuitvoering naar re-integratie

20
Q

Neo-rehabilitationisme

Hybridemodel van straftheorieën

A

Behandeling en begeleiding moeten binnen de grenzen van het proportionaliteitsprincipe

21
Q

Persoonlijke doelstellingen

Organisationele doelstellingen

A

Eigen opvattingen

! Deze kunnen conflicteren met andere opvattingen

22
Q

Materiële middelen

Organisationele doelstellingen

A

Bepaald wat mogelijk is, in welke situatie men op dat moment zit

23
Q

Administratieve regels

Organisationele doelstellingen

A

Puur de neergeschreven regels

24
Q

Buitenwacht

A

Publieke opinie

25
Q

Crime control model

A

Focus op retributivisme, bestraffen van criminaliteit en bescherming van de samenleving

25
Q

Due proces model

A

Focust zich op intrinsieke doelstellingen: vermoeden van onschuld, recht op privacy en rechtvaardigheid

26
Q

Strength desistance benadering

A

Focussen op de sterktes i.v.m. het stoppen met het plegen van criminaliteit met veel belang voor het welzijn van de betrokkene

27
Q

Non-systeem van Wright

The desirability of goal conflict within the criminal justice system

A

Het strafrechtsysteem is geen monolitisch systeem waar alles goed op elkaar is afgestemd. Er moet in de praktik dus een evenwicht gezocht worden tussen de verschillende doelstellingen en niveaus met elk een eigen cultuur.

Ziet dit niet persé als slecht iets (<-> Garland)