Hoofdstuk 4 Goniometerie Flashcards

1
Q

sinus van een scherpe hoek

A

De sinus van een scherpe heok van een rechhoekige driehoek is gelijk aan de verhouding van de overstaande rechthoekszijde en de schuine zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cosinus van een scherpe hoek

A

de cosinus van een scherpe hoek van een rechthoekige driehoek is gelijk aan de verhouding van de aanliggende rechthoekszijde en de schuine zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tangens van een scherpe heok

A

de tangens van een scherpe hoek van een rechthoekige driehoek is gelijk aan de verhouding van de overstaande rechthoekszijde en de aanliggende rechthoekszijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in een rechthoekige driehoek met een scherpe hoek A geldt:

A

sin^2 (a) + cos^2(a) = 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in een rechthoekige driehoek met een scherpe hoek A

A

sin (a) / cos(a) = tan(a)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly