Hoofdstuk 4 Deel 1 Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder het maatschappelijk aandelenvermogen?

A

Het bedrag waarvoor de nv maximaal aandelen kan uitgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een aandeel?

A

Een deel van het eigenvermogen van een nv of bv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer gebruik je de term Aandelen in Portefeuille? Welke term gebruikt een bv voor Aandelen in Portefeuille?

A

Zolang de aandelen nog niet geplaatst zijn.

Ongeplaatste aandelenkapitaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verstaan we onder het geplaatst aandelenvermogen?

A

Het gedeelte van de aandelen dat geëmitteerd (=uitgegeven of verkocht) is.
Het geplaatst aandelenvermogen is het maatschappelijk aandelenvermogen minus de aandelen in portefeuille.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent plaatsen a pari?

A

Het uitgeven van aandelen tegen de nominale waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekend emissie van aandelen? Op welke twee manieren gebeurd dit?

A

Emissie van aandelen is het uitgeven, plaatsen of verkopen van de aandelen.
Bij een openbare aandelenemissie kan iedereen aandelen kopen.
Bij een onderhandse emissie gaat de nv zelf op zoek naar aandeelhouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent plaatsen boven pari?

A

Wanneer beleggers meer betalen dan voor het aandeel dan de nominale waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is agio?

A

Het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde van een aandeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke twee manieren kan het eigen vermogen van een nv berekend worden?

A

Eigen vermogen = geplaatst aandelenvermogen + reserve

Eigen vermogen = bezit - schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontstaat een agioreserve?

A

Doordat de onderneming aandelen plaatst voor een bedrag boven de nominale waarden (boven pari). Het meerdere boven de nominale waarde noemt men agio en wordt op de balans genoteerd bij de post Agioreserve. Engelse term: paid-in capital.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tussen welke drie reserves van het eigenvermogen wordt er onderscheid gemaakt?

A

Agioreserve
Herwaarderingsreserve
Winstreserve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaat een herwaarderingsreserve?

A

Deze reserve ontstaat door herwaardering van vaste activa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaat een winstreserve?

A

Doordat een deel van de winst niet wordt uitgekeerd, maar in de onderneming aanwezig blijft. Engelse term: retained earnings.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke drie waarden kan een aandeel onderscheiden worden?

A

Nominale waarde
Intrinsieke waarde
Beurswaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de nominale waarde van een aandeel?

A

Het bedrag dat op het aandeel vermeld staat. Engelse term: par value of face value.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de intrinsieke waarde van een nv en hoe wordt berekend?

A

De intrinsieke waarde van een nv is gelijk aan het eigen vermogen van een nv.
Intrinsieke waarde nv = bezittingen nv - schulden nv
Intrinsieke waarde nv = geplaatst aandelenvermogen + alle reserves + netto winst na belastingen.

17
Q

Hoe wordt de intrinsieke waarde per aandeel berekend?

A

Intrinsieke waarde van een nv
Intrinsieke waarde van een aandeel = ————-
Aantal geplaatste aandelen

18
Q

Hoe wordt het aantal geplaatste aandelen berekend?

A

Geplaatste aandelenvermogen
= —————————————-
Nominale waarde per aandeel

19
Q

Wat is een ander woord voor de beurswaarde van een aandeel?

A

Koers

20
Q

Wat is de beurswaarde van een aandeel?

A

Dat is de prijs waarvoor het aandeel gekocht of verkocht kan worden.

21
Q

Wat is dividend?

A

De winstuitkering voor de aandeelhouders.

22
Q

Wat is cashdividend en wat is stockdividend?

A

Als dividend uitgekeerd wordt in geld, spreken we van cashdividend. Dividend dat wordt uitgekeerd in aandelen, wordt stockdividend genoemd.

23
Q

Wat is keuzedividend?

A

Een nv stelt het dividend vaak vast in de vorm van keuzedividend. De aandeelhouder moet dan kiezen tussen of cashdividend of stockdividend.

24
Q

Hoe wordt het dividendpercentage berekend?

A

De hoogte van het dividend wordt vaak aangegeven in een percentage.
brutodividend
Dividendpercentage = —————————- x 100
Geplaatst aandelenvermogen

25
Q

Wat is een obligatie?

A

Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan.
Obligaties worden uitgegeven door ondernemingen voor het aanschaffen van productiemiddelen zoals gebouwen en machines. Engelse term: bonds.

26
Q

Op welke twee methodes kun je een obligatielening aflossen?

A

Aflossing in een keer aan het eind van de looptijd.

Aflossing in gedeelten tijdens de looptijd.

27
Q

Wat is uitloten bij een obligatielening?

A

Bij aflossen in gedeelten van de looptijd spreekt met van uitloten.
Sommige obligaties worden over een langere periode afgelost. Jaarlijks wordt er dan een bepaald percentage door middel van loting aangewezen om terugbetaald te worden. Dit noemen we het uitloten van een obligatie.

28
Q

Wat is disagio?

A

Als de obligaties beneden pari worden uitgegeven, spreekt men van disagio.

29
Q

Hoe wordt het rendement van een obligatie bepaald?

A

Opbrengst obligatie
Rendement = —————————- x 100%
Bedrag emissiekoers

30
Q

Wat is het tendersysteem?

A

Bij staatsleningen is het gebruikelijk dat de uitgiftekoers niet va tevoren bekend wordt gemaakt. De beleggers mogen zelf aangeven welke prijs zij willen betalen voor de obligaties. De minister van Financiën bepaalt dan aan de hand van deze inschrijvingen de uitgiftekoers. Dit wordt het tendersysteem genoemd.

31
Q

Noem 4 verschillen tussen een aandeel en een obligatie.

A

Een aandeel is een deel van het eigen vermogen, een obligatie is een deel van het vreemd vermogen.
Een aandeelhouder heeft recht op een variabel deel van de winst (dividend), een obligatiehouder ontvangt een vast interestvergoeding.
Een aandeelhouder heeft stemrecht, een obligatiehouder niet.
Een aandeel wordt niet afgelost, een obligatie wel.

32
Q

Noem 2 overeenkomsten tussen een aandeel en een obligatie.

A

Zowel een aandeel als een obligatie kan via de effectenbeurs verhandeld worden.
Voor de onderneming is zowel aandelenvermogen als een obligatielening lang vermogen.

33
Q

Waardoor wordt beurskoers van de obligatie bepaald?

A

Bij obligaties wordt de beurskoers vooral bepaald door de rentestand.