Hoofdstuk 4 Flashcards
Wet in formele zin
Wetten gemaakt door de regering en de Staten Generaal. Bevat het woord wet of wetboek.
Wet in materiële zin
Bevat algemene regels van een tot regelgeving bevoegd overheidsorgaan. Regels zijn in een onbepaald aantal gevallen toe te passen op een onbepaald aantal personen.
Gewoonte
Een geregeld handelen in een zekere kring. Herhaling betekend niet per definitie dat het een recht is.
Wel :
- overtuiging dat iemand zo hoort te handelen
- afwijking van gewoonte als onbehoorlijk wordt gezien in betrokken kringen
Vaste jurisprudentie
Vaste lijn in uitspraken van de hoogste rechters. Heeft zelfde werking als algemene rechtsregels.
Justitiabelen
Rechtzoekende burgers
Grammaticale interpretatie
Rechter kijkt exact naar de letter van de wet.
Wethistorische interpretatie
Rechter kijkt naar de bedoeling van de maker van de wet.
Rechtshistorische interpretatie
Rechter kijkt niet alleen naar wetsgeschiedenis maar ook naar maatschappelijke geschiedenis en oude rechtssystemen.
Teleologische interpretatie
Rechter kijkt naar maatschappelijke DOEL van een wet.
Anticiperende interpretatie
De rechter baseert zijn beslissing op een nog niet ingevoerde wettelijke regeling.
Systematische interpretatie
Rechter legt wetsbepaling uit aan de hand van het verband wat deze wet heeft met andere wetsbepalingen.
Materiële gebondenheid
Rechter houdt rekening met uitspraken van andere (hogere) rechters in soortgelijke gevallen.
Rechtsvorming
Scheppen van nieuw recht
Analogie
Gelijke of gelijkende zaken worden op dezelfde wijze geïnterpreteerd.
A-contrario redenering
Vanuit het tegenovergestelde redeneren.