Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Privaatrecht

A

Gedeelte dat zich bezighoudt met de rechtsverhouding tussen personen onderling (rechtspersonen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Publiekrecht

A

Betrekking op de rechtsverhouding tussen overheid en burgers. Staats en bestuursrecht, strafrecht en het recht van de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Natuurlijk persoon

A

De mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rechtspersoon

A

Mag aan het rechtsverkeer deelnemen, kan bijv. grondstoffen kopen en geld lenen. Kan ook veroordeeld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeelden van rechtspersonen

A

De stichting, de vereniging, de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Strafrecht

A

Verhoud zich tussen de verdachte en de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Openbaar ministerie (officier van justitie)

A

Treedt op namens de samenleving in het strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is er een nuancering tussen het privaatrecht en het publiekrecht ?

A

Wanneer de overheid als rechtspersoon deelneemt aan het rechtsverkeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Materieel recht

A

Verleent rechten en verplichtingen tussen burgers onderling, burgers en de overheid en overheden onderling. Heeft iedereen in beginsel mee te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Formeel recht

A

Bij conflicten, geeft regels voor hoe het materieel privaatrecht gehandhaafd kan worden. (Procesrecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly