Hoofdstuk 3: politie en de bevolking (horizontale relatie) Flashcards

1
Q

Sociaal contract - John Locke

A

De politie is nodig om de burger te beschermen, hij krijgt zijn geweldsmandaat a.d.h.v. het sociaal contract, maar dient dit dan wel juist te gebruiken.

Ambuïgiteit tussen wetten, perceptie en uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dramaturgical police - Manning

A

De diverse betekenissen die de bevolking aan de politie geeft wordt deels ook door de politie zelf geproduceerd.

Theaterstuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Instrumentele legitimiteit

A

De effectiviteit in het controleren van criminaliteit en overlast

= efficiëntie van het meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normatieve legitimiteit

A

De manier waarop men de norm afdwingt

Vertrouwen wordt hier gecreëerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Procedural Justice - Verwee

A

Het contact tussen politie en bevolking is van cruciaal belang, want dat beïnvloed de perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Over- en underpolicing

A

In sommige buurten is de politie zeer aanwezig i.v.m. daderschap, maar helemaal niet betrokken i.v.m. slachtofferschap

Gevolg: wantrouwen in die buurt stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ethnic profiling

A

Men gaat gemeenschappen en personen opdelen. Dit kan leiden tot stereotypering en het handelen naar die stereotypes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly