hoofdstuk 3 paragraaf 1 Flashcards

1
Q

2e wereldoorlog

A

1939-1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet-aanvals verdrag

A

afspraak dat je elkaar niet mag aanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ideologie

A

idee over hoe je een land moet besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lebensraum

A

grond voor ararische/germaanse rassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nazificatie

A

het volk opdringen om nazi te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

herbewapening

A

er mogen weer wapens komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het verdrag van versailes

A

de gealieerden besloten dat duitsland de schuld kreeg van de eerste wereld oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fascisme

A

italiaansregeringssysteem (totalitair) waar ze opgejut werden om zichzelf beter te vinden dan de andere landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rassenleer

A

het idee dat er verschillende rassen zijn waarbij de 1 beter is dan de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wehrmacht

A

het leger (verdediging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

diplomaten

A

mensen die voor een land overleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

appeasment

A

te vriend houden om oorlog te voorkomen (hitler en FA + ENG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

capituleren

A

opgeven van een strijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

blitzkrieg

A

zo snel mogelijke oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tegenoffensief

A

terug aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rode leger

A

rusland

17
Q

invasie

A

vijandelijke aanval

18
Q

nationaal-socialisme

A

ideologie waarin nationalisme en racisme een grote rol spelen

19
Q

communisme

A

ideologie gericht op een klasseloze en socialistische samenleving

20
Q

indoctrinatie

A

het (onder dwang) bijbrengen van een bepaalde mening of
politieke leer

21
Q

politieke onderdrukking

A

In de gevangenis gezet worden omdat je in het openbaar je mening geeft over wat er in de maatschappij aan de hand is