hoofdstuk 3 paragraaf 1 Flashcards
2e wereldoorlog
1939-1945
niet-aanvals verdrag
afspraak dat je elkaar niet mag aanvallen
ideologie
idee over hoe je een land moet besturen
lebensraum
grond voor ararische/germaanse rassen
nazificatie
het volk opdringen om nazi te worden
herbewapening
er mogen weer wapens komen
het verdrag van versailes
de gealieerden besloten dat duitsland de schuld kreeg van de eerste wereld oorlog
fascisme
italiaansregeringssysteem (totalitair) waar ze opgejut werden om zichzelf beter te vinden dan de andere landen
rassenleer
het idee dat er verschillende rassen zijn waarbij de 1 beter is dan de ander
wehrmacht
het leger (verdediging)
diplomaten
mensen die voor een land overleggen
appeasment
te vriend houden om oorlog te voorkomen (hitler en FA + ENG)
capituleren
opgeven van een strijd
blitzkrieg
zo snel mogelijke oorlog
tegenoffensief
terug aanval
rode leger
rusland
invasie
vijandelijke aanval
nationaal-socialisme
ideologie waarin nationalisme en racisme een grote rol spelen
communisme
ideologie gericht op een klasseloze en socialistische samenleving
indoctrinatie
het (onder dwang) bijbrengen van een bepaalde mening of
politieke leer
politieke onderdrukking
In de gevangenis gezet worden omdat je in het openbaar je mening geeft over wat er in de maatschappij aan de hand is