hoofdstuk 2 paragraaf 2 Flashcards

1
Q

totalitair

A

1 partij mag het land besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ideologie

A

ideeën over hoe je een land bestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

totalitaire ideologie

A

wil volledig invoeren hoe iedereen in het land moet leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fascisme

A

voorbeeld van ideologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

veteranen

A

oud soldaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

propoganda

A

het maken van reclame voor bepaalde denkbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

persoonsverheerlijking

A

het ophemelen of idealiseren van iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indoctrinatie

A

het (onder dwang) bijbrengen van een bepaalde mening of
politieke leer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

terreur

A

het plegen van ernstig geweld tegenover bepaalde groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NEP

A

nieuwe economische politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

planeconomie

A

de staat mag als enige goederen en diensten aanbieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

collectivisatie

A

het samenvoegen van eerder alleenstaande dingen (vb: boerderij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sochoz

A

een collectieve boerderij waar boeren volledig in dienst van de staat werkten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kalchoz

A

boerderij waar boeren nog een klein stuk grond in eigen bezit hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

koelak

A

Russisch scheldwoord voor boeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zuivering

A

het verwijderen/uitschakelen van elementen die als onbetrouwbaar worden beschouwd

17
Q

showprocessen

A

nep rechtzaken

18
Q

welzijn

A

een gevoel voor geluk

19
Q

stalinisme

A

Stalins vorm van totalitair communisme