hoofdstuk 2 paragraaf 1 Flashcards
1
Q
beurskrach
A
het instorten van de beurs
2
Q
consumptiemaatschappij
A
maatschappij die mensen aanmoedigt om meer te kopen
3
Q
krediet
A
economische term van lening
4
Q
normen en waarden
A
regels en wat je zelf belangrijk vind
5
Q
zwarte donderdag
A
mensen gingen hun aandelen verkopen en toen storten de aandeelkoersen in elkaar
6
Q
effectenbeurs
A
markt waar aandelen worden ver/gekocht
7
Q
speculanten
A
mensen die aandelen kopen en denken daar winst mee te maken
8
Q
recessie
A
neergang
9
Q
overproductie
A
een product word meer gemaakt dan verkocht
10
Q
marktmechanisme
A
wet van vraag en aanbod
11
Q
Hoovervilles
A
tentenkampen van werklozen
12
Q
new deal
A
nieuw plan van aanpak
13
Q
drooglegging
A
alcohol werd verboden