Hoofdstuk 3 : lezen, spelling en dyslexie Flashcards
Spellingsprincipes in het Nederlands (3)
fonologische principe
- het woord schrijf je op dezelfde manier als dat je het hoort (bv. maan)
morfologische principe
- = kijken naar de vorm van een woord
- gelijkvormigheid = een deel van een woord schrijf je altijd op dezelfde manier, ook al is de uitspraak anders
- analogie = woorden die op dezelfde manier gevormd zijn worden op dezelfde manier geschreven
etymologisch
= vorm van de woorden hangt af van de herkomst -> vanbuiten leren
Spellingscategorieën (3)
- luisterwoorden
- regelwoorden
- weetwoorden
Indeling van leerproblemen obv oorzaak
primaire stoornissen
= dyslexie of dyscalculie = problemen zijn gevolg van geïsoleerde (cognitieve of biologische) processen, zonder dat andere gebieden van de ontwikkeling vertraagd hoeven zijn
secundaire stoornissen
= gevolg van factoren buiten lezen/spelling/rekenen zelf zoals ongunstige omgevingsfactoren en ongunstige kindfactoren
Kernsymptomen dyslexie (4) en andere problemen (3)
kernsymptomen
- traag lezen en/of veel fouten maken
- veel spellingsfouten maken
- ook in een andere taal
- hardnekkige problemen
Andere problemen
- begrijpend lezen
- sociale en emotionele moeilijkheden
- andere moeilijkheden (opstel schrijven, opvolgen instructies, rekenen,…)
Criteria dyslexie (3) + operationalisering + kritiek
ACHTERSTANDSCRITERIUM
= het vaardigheidsniveau van lezen op woordniveau en spelling ligt onder datgeen van het individu, gezien diens leeftijd en omstandigheden
operationalisering :
- gestandaardiseerde test afnemen met juiste normgroep
- herhaaldelijk doen
- op woordniveau, eventueel zins en tekst
- beneden percentiel 10 scoren
kritiek :
- wat met zwakke lezers/speller vlak boven pc10
HARDNEKKIGHEIDSCRITERIUM
= het probleem blijft bestaan, ook wanneer er voorzien wordt in remediëring en hulp
operationalisering :
- remediëring gedurende 6 maanden -> nog steeds geen verschil
kritiek :
- wat met mensen die die remediëring niet kunnen betalen?
EXCLUSIVITEITSCRITERIUM
= problemen mogen niet verklaard worden door andere condities in of buiten de leerling zelf
operationalisering :
- andere kindkenmerken (sterk verminderd visus, verminderd gehoor, vb,…)
- kenmerken onderwijscontext (kwaliteit onvoldoende onderwijs)
- kenmerken van de gezinscontext (andere moedertaal dan schooltaal, problemen thuis,…)
kritiek :
- belang relevante vergelijkingsgroep !
Comorbiditeit? (4)
+
- ADHD
- DCD
- dyscalculie
- spraak- en taalontwikkelingsstoornis