Hoofdstuk 3: Gezondheid En Voeding Flashcards

1
Q

Wat kan je doen om de bewegingsarmoede te voorkomen?

A

Door regelmatig aan lichaamsbeweging te doen en een goede lichaamscomditie opbouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de voordelen van een goede lichaamsconditie?

A

Sterkere spieren
Lagere bloeddruk
Sterker hart
Geestelijke ontspanning
Minder kans op blessures
Trainen met gewichten kan kans op diabetes 2 verkleinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de welvaartsziektes?

A

Overgewicht
Hart en vaatziekten
Tandbederf
Maag en leverziekten
Kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke voedingstoffen heb je?

A

Brandstoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn brandstoffen?

A

Leveren energie
Koolhydraten, vetten en eiwitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zitten koolhydraten in?

A

Suikerproducten
Maar ook boord, melk, pasta, peulvruchten, fruit en aardappelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zitten vetten in?

A

Plantaardige producten: plantaardige olie, p margarine, p halvarine.
Dierlijke producten: roomboter, vlees, vis en eieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Andere functies van vet zijn:

A

Vetweefsel beschermt de organen tegen beschadigingen
Vetweefsel houden de warmt vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn eiwitten?

A

In eerste plaats bouwstoffen.
Maar ook brandstof.
Zit in granen, peulvruchten soja, noten, vlees, vis , melkproducten en eieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn bouwstoffen?

A

Zorgen voor opbouw van het lichaam door nieuwe cellen aan te maken.
Zorgen voor genezing van wonden, groei van een kind en ontwikkeling van de spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn eiwitten?

A

Zijn onmisbaar bij maken van cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is water?

A

Lichamelijk lichaam bestaat tweederde uit water.
Moet voldoende water innemen omdat je vocht verliest door transpiratie, ademhaling en urine.
Water zit in bijna alle voedingsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn mineralen?

A

Calcium zorgt voor de opbouw van de botten en tanden. Ijzer zorgt voor dat de rode bloedcellen zuurstof kunnen vervoeren.
Calcupium zit in melkproducten en ijzer in bladgroenten, bruin brood, noten en vlees.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn beschermende stoffen?

A

Beschermen ons lichaam tegen ziektes en infecties.
Vitaminen en mineralen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn vitaminen?

A

Organische stoffen die onmisbaar zijn voor het lichaam.
Vitaminen A, B complex, C, D complex, E, H en K.
Tekort aan vitaminen kan leiden tot huidaandoeningen bij te weinig vitaminen B complex en bij te weinig vitaminen C scheurbuik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn mineralen?

A

Zoals kalium en natrium zorgen voor de stofwisseling, bloeddruk en vochtbalans. Kalium zit in fruit en natrium is hetzelfde als keukenzout.

17
Q

Hoe krijg je overgewicht.

A

Als je te veel eet dan dat je lichaam voor energie nodig heeft.

18
Q

Wat heeft je lichaam dagelijks nodig voor energie behoeften?

A

60% koolhydraten
30% vetten
10% eiwitten

19
Q

Hoelang voor het sporten moet je niet meer eten.

A

2 uur van te voren

20
Q

Wat is duursport?

A

Bij duursport moet de belasting lang worden volgehouden.
De voeding heeft koolhydraten nodig omdat de sporter snel energei nodig heeft, die zo min mogelijk zuurstof vraagt.
Voor training niet eten: vlees, bonen, koolsoorten, rauwe paprika en radijs.

21
Q

Wat is krachtsport?

A

Staat ontwikkeling spierkracht voorop.
Eiwit rijke voeding

22
Q

Wat is team en spelsport?

A

Tijdens spel kan je inspanning verdelen en wisselen.
Gewoon normale voeding patroon.
In pauze kan worden gedronken
Duurt wedstrijd langer dan 1 a 1,5 dan moet energie worden bijgevuld.
Kan met dranken die energie leveren.

23
Q

Water:

A

Regelt lichaamstemperatuur door middel van transpireren.
Bij sporten zal transpireren toenemen.
Vocht verlies betekend prestatie verlies.
Belangrijk te drinken voor dorst krijgt als sporter.

24
Q

Wat zijn preparaten?

A

Aanvulling op normale voeding

25
Q

Wat zijn energie preparaten?

A

Bij marathon is extra energie noodzakelijk in de vorm van energie dranken.

26
Q

Wat zijn eiwitpreparaten?

A

Bestaan 59 tot 90 procent uit eiwitten. Meestal melkeiwitten.
Meestal gebruikt door krachtsporters

27
Q

Wat zijn vitaminen preparaten?

A

Populair bij sporters en hun begeleiders.
Bij goede voeding niet nodig

28
Q

Welke factoren die je van invloed hebt op je gezondheid?

A

Roken
Alcohol
Nachtrust
Lichaamverzorging
Stress

29
Q

Wat veroorzaakt roken?

A

Je inhaleren koolmonoxide samen met rook. Die gaat via de longen het bloed in. Daar hecht het zich aan de rode bloedcellen. Daardoor kan heg geen zuurstof meer vervoeren. Daardoor krijg je een slechte conditie.