Hoofdstuk 3 "De Eerste Hoofdwet voor gesloten systemen" Flashcards

1
Q

Wanneer spreken we over een gesloten systeem?

A

Een thermodynamisch systeem waarbij massatransport tussen systeem en omgeving NIET plaats vindt, zoals: gas in afgesloten cilinder, waterdamp in dichte ketel, gas in een ballon (zie blz. 24)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer spreken we over een open systeem?

A

Een thermodynamisch systeem waarbij massatransport tussen systeem en omgeving WEL plaats vindt, zoals: gas dat uit een cilinder stroomt, waterdamp in open ketel waauit de damp kan ontsnappen, brandstof en lucht in een straalmotor. (zie blz. 24)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als we de Eerste Hoofdwet definiëren, welke “ingrediënten” hebben we nodig?

A

Warmte Q, arbeid W en verandering van inwendige energie DU, voor een gesloten systeem. (zie blz. 28)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onder welke andere naam is de Eerste Hoofdwet bekend?

A

De wet van behoud van energie. (zie blz. 28)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke tekenafspraak hanteren we voor toegevoerde warmte?

A

Positief (zie blz. 28)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke tekenafspraak hanteren we voor afgevoerde warmte?

A

Negatief (zie blz. 28)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke tekenafspraak hanteren we voor geleverde arbeid?

A

Positief (zie blz. 28)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke tekenafspraak hanteren we voor toegevoerde arbeid?

A

Negatief (zie blz. 28)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schrijf de Eerste Hoofdwet op vier verschillende manieren.

A

Q = W + DU (J). q = w + Du (J/kg). Q* = W* + DU* (J/s). q* = w* + Du* (J/kg s). (zie blz. 29)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe definiëren we, in het algemeen, de volume-arbeid?

A

Int [p(V)dV] (zie blz. 30)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt de volume-arbeid in een (p, V)-diagram gerepresenteerd?

A

Als de oppervlakte onder de curve. (zie Fig. 3.11, blz. 31)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de inwendige energie? Uit welke onderdelen bestaat die voor een ideaal gas?

A

De inwendige energie is de energie die de moleculen van die stof bezitten. De inwendige energie bestaat uit kinetische energie (translatie, rotatie, vibratie) en potentiële energie (voor een ideale gas nul!) (zie blz. 32)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van welke enige toestandsgrootheid is de inwendige energie afhankelijk, voor een ideale gas?

A

Alleen afhankelijk van de temperatuur T (zie blz. 33)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe berekenen we de variatie van de inwendige energie in een algemeen proces?

A

DU = m cv DT (zie vgl. 3.3, blz. 33)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef twee relaties aan tussen cp, cv, Rs en k.

A

Rs = cp - cv, k = cp/cv ( zie vgl. 2.2 en 3.4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor type bewegingen hebben de moleculen van een ideaal gas?

A

Translatie, rotatie, vibratie (zie 3.2.2, blz. 32)

17
Q

Bedenk een proces waarin het volume constant blijft. Bereken de inwendige energie.

A

DU = m cv DT (zie vgl. 3.3, blz. 33)

18
Q

Bedenk een proces waarin de druk constant blijft. Bereken de inwendige energie.

A

DU = m cv DT (zie vgl. 3.3, blz. 33)