Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Wat is de collectieve sector?

A

Overheid + instellingen sociale zekerheid (bijv. UWV).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is arbeidsproductiviteit?

A

Productie of toegevoegde waarde van een werknemer in een bepaalde periode (productie/werkgelegenheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bereken je de werkgelegenheid?

A

Productie / arbeidsproductiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereken je arbeidsproductiviteit?

A

Productie / werkgelegenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is diepte investering?

A

Verhouding tussen kapitaal en arbeid neemt toe, productie wordt kapitaalintensiever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is breedte investering?

A

Verhouding tussen kapitaal en arbeid blijft gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent kapitaalintensief?

A

De productiewijze is kapitaalintensief als er in verhouding veel kapitaal ten opzichte van arbeid wordt ingezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent arbeidsintensief?

A

Als de productiewijze arbeidsintensief is, wil dat zeggen dat er veel arbeid wordt ingezet in verhouding tot het kapitaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent conjunctuur?

A

Schommelingen in het niveau van de bestedingen ten opzichte van de trendmatige groei. Anders gezegd: de golvende beweging in de tijd van de productie, veroorzaakt doordat de bestedingen afwisselend hoger en lager zijn dan de trendmatige beweging van de productiecapaciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent hoogconjunctuur?

A

Periode waarin de bestedingen en productie relatief snel groeien. Periode waarin de groei van het nationaal inkomen hoger is dan de trendmatige groei. De macro-economische groei van de productie ligt boven het trendmatige niveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly