Hoofdstuk 2 Flashcards
Wat is materieel werk?
Inkomen verdienen om in levensonderhoud te voorzien (materieel).
Wat is immaterieel werk?
Sociale contacten, structuur, creatief denken, verantwoordelijkheid krijgen, etc.
Wat is de betekenis van welvaart in enge zin?
Welvaart gemeten in (reëel) BBP per hoofd van bevolking.
Wat is de betekenis van welvaart in ruime zin?
Welvaart gemeten in (reëel) BBP per hoofd van bevolking + behoeftebevreding met andere schaarse middelen, zoals vrije tijd.
Wat is de aanzuigeffect van de arbeidsmarkt?
Hogere loon (meer mensen die zich aanbieden) en betere kansen op het vinden van een baan.
Wat is het ontmoedigingseffect?
Laag loon (minder mensen bieden zich aan) en slechte baankansen.
Wat is de deeltijdfactor?
Het aantal uren dat iemand werkt t.o.v. het aantal uren in een voltijdbaan (=arbeidsjaar).
Wat is de P/A ratio?
De verhouding tussen het aantal personen en arbeidsjaren.
Wat betekent het als de P/A ratio toeneemt?
Dan werken er meer mensen in deeltijd.
Hoe bereken je de bruto participatiegraad?
(Beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking) x 100%
Hoe bereken je de netto participatiegraad?
(Werkzame beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking) x 100%
Hoe bereken je de I/A ratio?
(Inactieven / actieven) x 100%
Wie zijn de inactieven?
Uitkeringsgerechtigden
Wie zijn de actieven?
Werkenden ofwel premiebetalers.
Wat betekent een hoge I/A ratio?
Er zijn veel uitkeringsontvangers t.o.v. de betalers.